Bedreiging
Geplaatst op: 25 augustus 2013Indien u wordt verdacht van bedreiging is het altijd aan te raden om voor het verhoor bij de politie een advocaat te raadplegen. bedreiging klinkt op zich als een simpel feit, en voor bedreiging worden doorgaans geen hoge straffen opgelegd, maar wat veel mensen niet weten is dat in sommige gevallen tegen de verdenking van bedreiging goed verweer gevoerd kan worden. Een advocaat kan u adviseren over uw procespositie, of u moet zwijgen, of juist beter kunt verklaren, en wat u dan wel en niet kunt verklaren.
Bedreiging in de wet
Bedreiging is strafbaar gesteld in artikel 285 Wetboek van strafrecht (Sr.).
Artikel 285 – bedreiging
1. Bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde geschiedt, wordt ze gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
3. Bedreiging met een terroristisch misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
4. Indien het feit, omschreven in het eerste, tweede of derde lid, wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
Bewijs bedreiging
Over het algemeen wordt het bewijs van bedreiging geleverd op basis van een proces-verbaal van bevindingen van een politieagent. Dat is op zich voldoende bewijs, tenzij het aannemelijk is dat wat de politieagent heeft verklaard niet juist is.
Wanneer het gaat om bedreiging van een burger, is er meer bewijs nodig. In dat geval eist de wet dat dat er naast de aangifte minimaal nog een ander bewijsmiddel ligt. Dat kan een verklaring van een getuige zijn, of een ander bewijsmiddel, zoals opname gesprek, videobeelden. Is er onvoldoende wettig bewijs, of heeft de rechter niet de overtuiging dat de bedreiging heeft plaatsgevonden, dan moet vrijspraak volgen.
Bij belastende getuigenverklaringen is het belangrijk om deze getuigen op te roepen om voor een rechter de verklaring te herhalen, in de hoop dat ze ofwel terugkomen op de eerdere verklaring, ofwel dat ze door de mand vallen en dat blijkt dat hun verklaring gelogen was, of dat er op z’n minst getwijfeld moet worden aan de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de verklaring. Ook kunt u zelf ook getuigen oproepen die uw verhaal ondersteunen. Onze advocaten zijn bedreven in het ondervragen van getuigen.
De advocaat kan zo ook een politieagent horen over hetgeen hij heeft verklaard in het proces-verbaal.
Verweren tegen bedreiging
Niet iedere gedane uitlating kan juridisch worden gekwalificeerd als een bedreiging. Het is belangrijk dat u zich niet te snel neerlegt bij de beschuldiging dat u een ander zou hebben bedreigd. Sowieso is voor een bewezenverklaring van bedreiging vereist dat de verdachte het opzet had om de ander vrees aan te jagen. Dat opzet is niet altijd aanwezig.
Voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht is vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging (vgl. HR 10 februari 2009, LJN BG6562, NJ 2009/109) en voorts dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen (vgl. HR 7 juni 2005, LJN AT3659, NJ 2005/448).
Niet in alle gevallen kan het bezigen van bedreigende woorden worden aangemerkt als een bedreiging in de zin van artikel 285 Sr. Als we kijken naar de huidige jurisprudentie dan geldt als eis dat bekeken moet worden of een persoon zich in de context waarin de uitlatingen zijn gebezigd zich ook werkelijk bedreigd kan hebben gevoeld.
Het hof Arnhem heeft dit heel treffend verwoord in een uitspraak van 1 februari 2005 (LJN: AS5050) waar het ging om een ruzie tussen aangever en een verdachte, die elkaar al enkele jaren kennen. Tijdens een ruzie is toen door de verdachte gezegd: Ik zoek je op en verzuip je in het Twentekanaal. Ik weet waar je woont.”
Het hof overwoog: “Het kan niet zo zijn dat elke onbeheerste uiting van woede, enkel vanwege de laakbare woordkeus, kan worden aangemerkt als een bedreiging in de zin van artikel 285Sr”.
Het hof benadrukte voorts dat er onvoldoende aanwijzingen bestonden dat de wil van verdachte was gericht op het teweegbrengen van de bedoelde vrees. Het opzet ontbrak. Vrijspraak volgde om beide redenen.
Een andere uitspraak is van de Hoge Raad, 28 maart 2006, LJN: AV4191. De verdachte zat in een observatiecel van de politie en riep “Fuck you, ik gooi een handgranaat”. Volgens de Hoge Raad waren deze woorden in de gegeven omstandigheden niet van dien aard dat deze de redelijke vrees kon opwekken dat de ander het leven zou kunnen laten.
In een andere situatie werd een verdachte vrijgesproken door het gerechtshof Leeuwarden, 17 mei 2011, LJN: BQ5142, die net na zijn aanhouding wegens winkeldiefstal tegen een beveiligingsmedewerker zei “Ik sla je kop van je romp”. Het hof overwoog: “Het hof is op grond van de inhoud van het dossier en de verklaring van de verdachte ter terechtzitting van oordeel dat de door verdachte geuite woorden moeten worden bezien in de context van zijn aanhouding voor vermeende winkeldiefstal. Onder de gegeven omstandigheden zijn de geuite bewoordingen volgens het hof op te vatten als een emotionele ontlading, maar niet geeigend om vrees op te weken als bedoeld in artikel 285 Sr.
Meer voorbeelden van verweren die gevoerd kunnen worden tav bedreiging, vindt u hier.
Politieverhoor bedreiging
Wanneer u een uitnodiging hebt ontvangen voor een verhoor bij de politie, is het erg belangrijk dat u zich goed op dit politieverhoor voorbereidt. Wij adviseren u daarom ter voorbereiding op dit verhoor de informatiebrochure ‘bedreiging’ te bestellen. In de informatiebrochure worden alle mogelijke verweren voor bedreiging besproken en verder uitgelegd aan de hand van het wettelijk kader en de jurisprudentie. Na het lezen van de brochure weet u precies wat u wel en niet kunt verklaren wanneer u op verhoor bij politie moet verschijnen.
> Informatiebrochure bedreiging
Advocaat bedreiging
Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een gespecialiseerde advocaat in bedreigingszaken.
Alle bij ons netwerk aangesloten advocaten werken ook op basis van pro deo (toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand), waarbij de kosten van rechtsbijstand grotendeels worden betaald door de Staat. Komt u niet in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan hanteren onze advocaten voor u een zeer scherp tarief van € 135,00. Alleen via ons bent u zeker van gespecialiseerde rechtsbijstand, tegen een betaalbaar tarief.
En bij vrijspraak, sepot of ontslag van rechtsvervolging krijgt u bovendien alle kosten van rechtsbijstand vergoed door de Staat. Wij kunnen dan voor u een verzoek indienen.
Belediging ambtenaar in functie
Geplaatst op: 25 augustus 2013Indien u wordt verdacht van belediging van een ambtenaar in functie is het altijd aan te raden om voor het verhoor bij de politie een advocaat te raadplegen. Belediging klinkt op zich als een simpel feit, en voor belediging van eem ambtenaar in functie worden doorgaans geen hoge straffen opgelegd, maar wel hogere straffen dan voor belediging van een burger, en wat veel mensen niet weten is dat in sommige gevallen tegen de verdenking van belediging goed verweer gevoerd kan worden. Een advocaat kan u adviseren over uw procespositie, of u moet zwijgen, of juist beter kunt verklaren, en wat u dan wel en niet kunt verklaren.
Belediging ambtenaar in functie in de wet
Belediging is strafbaar gesteld in artikel 261 in samenhang met artikel 266 en 267 Wetboek van strafrecht (Sr.) en verder.
Artikel 261 – smaad en smaadschrift
1. Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
2. Indien dit geschiedt door middel van geschriften of afbeeldingen, verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen, of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore wordt gebracht, wordt de dader, als schuldig aan smaadschrift, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
3. Noch smaad, noch smaadschrift bestaat voor zover de dader heeft gehandeld tot noodzakelijke verdediging, of te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat het te last gelegde waar was en dat het algemeen belang de telastlegging eiste.
Artikel 266 – eenvoudige belediging
1.
Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding, aangedaan, wordt, als eenvoudige belediging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
2.
Niet als eenvoudige belediging strafbaar zijn gedragingen die ertoe strekken een oordeel te geven over de behartiging van openbare belangen, en die er niet op zijn gericht ook in ander opzicht of zwaarder te grieven dan uit die strekking voortvloeit.
Artikel 267 – belediging ambtenaar, openbaar gezag, hoofd bevriende staat
De in de voorgaande artikelen van deze titel bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien de belediging wordt aangedaan aan:
1°. het openbaar gezag, een openbaar lichaam of een openbare instelling;
2°. een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
3°. het hoofd of een lid van de regering van een bevriende staat.
Zoals u kunt lezen is de eenvoudige belediging als uitzondering geformuleerd op smaad geformuleerd. Wanneer er geen sprake is van smaad, terwijl toch de eer en goede naam van een ander wordt aangerand, is er sprake van eenvoudige belediging.
In de tenlastelegging zien we bij belediging van een ambtenaar in functie vaak de volgende omschrijving:
hij op of omstreeks [datum] te [plaats], althans in het arrondissement Utrecht, opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [ambtenaar] en/of [ambtenaar 1] (respectievelijk brigadier en agent van politie Utrecht), gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden “Flikkers”, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Straffen belediging ambtenaar in functie
Voor belediging van een ambtenaar in functie wordt doorgaans een geldboete in het kader van een strafbeschikking opgelegd. Bij belediging van een ambtenaar in functie wordt de straf volgens de richtlijnen van het OM vaak verdubbeld. U moet denken aan een geldboete van ongeveer € 500,00.
Bent u in het verleden vaker veroordeeld voor belediging (van een ambtenaar in functie) dan worden de straffen hoger, en kunt u worden veroordeeld tot een werkstraf. Gevangenisstraffen worden over het algemeen niet opgelegd voor belediging van een ambtenaar in functie, maar afhankelijk van de ernst en de frequentie van de belediging kan het in sporadische gevallen wel worden opgelegd.
Bewijs belediging ambtenaar in functie
Over het algemeen wordt het bewijs van belediging geleverd op basis van een proces-verbaal van bevindingen van een politieagent. Dat is op zich voldoende bewijs, tenzij het aannemelijk is dat wat de politieagent heeft verklaard niet juist is. Het is daarom lastiger om met succes verweer te voeren tegen de verdenking van belediging van een ambtenaar in functie, maar het is zeker niet onmogelijk.
Bij belastende verklaring (proces-verbaal) van de ambtenaar is het belangrijk om hem als getuige op te roepen om voor een rechter de verklaring te herhalen, in de hoop dat hij ofwel terugkomt op de eerdere verklaring, ofwel dat hij door de mand valt en dat blijkt dat de verklaring gelogen was, of dat er op z’n minst getwijfeld moet worden aan de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de verklaring. Ook kunt u zelf ook getuigen oproepen die uw verhaal ondersteunen. Onze advocaten zijn bedreven in het ondervragen van getuigen.
Soms kan het ook zijn dat u net even iets anders hebt gezegd dan de ambtenaar in functie heeft verstaan. Als u dat verklaart, hebt u een goede kans om geloofd te worden door de rechter, waarna vrijspraak moet volgen.
Verweren tegen belediging van ambtenaar in functie
Niet iedere gedane uitlating kan juridisch worden gekwalificeerd als een belediging van een ambtenaar in functie. Het is belangrijk dat u zich niet te snel neerlegt bij de beschuldiging dat u een ambtenaar in functie zou hebben beledigd. Sowieso is voor een bewezenverklaring van belediging vereist dat de verdachte het opzet had om de ander in zijn eer en goede naam aan te tasten. Dat opzet is niet altijd aanwezig.
Dit zien we onder meer terug in een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam, 2 juli 2009, LJN: BJ4779 waarin het ging om de vraag of een politieagent die riep “wat een kutwijf” de aangeefster had beledigd. Het hof oordeelde dat het geen belediging was omdat de uitlating min of meer een verzuchting in zichzelf was, en hij het dus ook niet tegenover aangeefster zei. Volgens het hof had de politieagent niet het opzet om de vrouw in haar eer en goede naam te krenken.
Belangrijk om te weten is dat de woorden “sukkels”, “loosers”, “klootzakken” en “kankerlijers” op zichzelf genomen in het algemeen een beledigend karakter dragen.
In geval van een belediging die iemand mondeling in zijn tegenwoordigheid is aangedaan, moet een uitlating als beledigend worden beschouwd wanneer zij de strekking heeft die ander aan te randen in zijn eer en goede naam. Het oordeel dat daarvan sprake is zal bij woorden waarvan het gebruik op zichzelf in het algemeen niet beledigend is, afhangen van de context waarin de uitlating is gedaan.
Advocaat belediging ambtenaar in functie
Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een gespecialiseerde advocaat in beledigingsszaken.
Alle bij ons netwerk aangesloten advocaten werken ook op basis van pro deo (toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand), waarbij de kosten van rechtsbijstand grotendeels worden betaald door de Staat. Komt u niet in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan hanteren onze advocaten voor u een zeer scherp tarief van € 135,00. Alleen via ons bent u zeker van gespecialiseerde rechtsbijstand, tegen een betaalbaar tarief.
En bij vrijspraak, sepot of ontslag van rechtsvervolging krijgt u bovendien alle kosten van rechtsbijstand vergoed door de Staat. Wij kunnen dan voor u een verzoek indienen.
Laster
Geplaatst op: 25 augustus 2013Laster is het doen van schriftelijke of mondelinge uitlatingen waarbij een ander in zijn eer en goede naam wordt aangetast, wetende dat de gedane uitlatingen in strijd met de waarheid worden gedaan. Het verschil tussen smaad/smaadschrift en laster zit in het laatste stuk: bij laster moet bewezen worden dat de verdachte wist dat de uitlatingen in strijd met de waarheid zijn.
Indien u wordt verdacht van laster is het altijd aan te raden om voor het verhoor bij de politie een advocaat te raadplegen. Een advocaat kan u adviseren over uw procespositie, of u moet zwijgen, of juist beter kunt verklaren, en wat u dan wel en niet kunt verklaren. Maar ook wanneer u slachtoffer bent van lasterlijke uitspraken is het altijd aan te bevelen om u door een in lasterzaken gespecialiseerde advocaat te laten bijstaan, zoals voor de voeging als benadeelde partij, of als voor eventueel civielrechtelijke maatregelen.
Laster in de wet
Laster is strafbaar gesteld in artikel 262 in samenhang met artikel 261 Wetboek van strafrecht (Sr.)
Artikel 262 Sv. – Laster
1. Hij die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, wetende dat het te last gelegde feit in strijd met de waarheid is, wordt, als schuldig aan laster, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Het artikel verwijst dus naar smaad of smaadschrift dat strafbaar is gesteld bij artikel 261 Sr:
Artikel 261 – smaad en smaadschrift
1. Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
2. Indien dit geschiedt door middel van geschriften of afbeeldingen, verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen, of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore wordt gebracht, wordt de dader, als schuldig aan smaadschrift, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
3. Noch smaad, noch smaadschrift bestaat voor zover de dader heeft gehandeld tot noodzakelijke verdediging, of te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat het te last gelegde waar was en dat het algemeen belang de telastlegging eiste.
Bewijs laster
Over het algemeen wordt het bewijs van laster geleverd op basis van een aangifte in combinatie met verklaringen van getuigen, of schriftelijk bewijs waaruit de uitlatingen blijken.
Bij het bewijs van laster zijn de speciale bewijsaannames van art. 265 Sr. van belang:
Artikel 265 – bewijsaannames laster
1. Indien de beledigde aan het te last gelegde feit bij rechterlijk gewijsde onherroepelijk is schuldig verklaard, is veroordeling wegens laster uitgesloten.
2. Indien hij van het te last gelegde feit bij rechterlijk gewijsde onherroepelijk is vrijgesproken, wordt dat gewijsde als volkomen bewijs van de onwaarheid van het feit aangemerkt.
3. Indien tegen de beledigde wegens het hem te last gelegde feit een strafvervolging is aangevangen, wordt de vervolging wegens laster geschorst totdat bij gewijsde onherroepelijk over het te last gelegde feit is beslist.
Getuigenverklaringen
Bij belastende getuigenverklaringen is het belangrijk om deze getuigen op te roepen om voor een rechter de verklaring te herhalen, in de hoop dat ze ofwel terugkomen op de eerdere verklaring, ofwel dat ze door de mand vallen en dat blijkt dat hun verklaring gelogen was, of dat er op z’n minst getwijfeld moet worden aan de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de verklaring. Ook kunt u zelf ook getuigen oproepen die uw verhaal ondersteunen. Onze advocaten zijn bedreven in het ondervragen van getuigen.
Verweren tegen laster
Niet iedere gedane uitlating kan juridisch worden gekwalificeerd als laster. Het is belangrijk dat u zich niet te snel neerlegt bij de beschuldiging van laster.
Wanneer de uitlatingen worden ontkend door de verdachte, is het aan de officier van justitie om te bewijzen dat de verdachte de uitlatingen wel heeft gedaan. Dat is niet altijd even makkelijk. Hier zitten goede mogelijkheden voor de advocaat om een goed verweer ter verdediging te voeren.
Bekent u als verdachte dat u de uitlatingen wel hebt gedaan, dan moet het verweer erop zijn gericht dat de uitlatingen niet in strijd zijn met de waarheid zijn gedaan.
Advocaat laster
Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een gespecialiseerde advocaat in lasterzaken.
Alle bij ons netwerk aangesloten advocaten werken ook op basis van pro deo (toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand), waarbij de kosten van rechtsbijstand grotendeels worden betaald door de Staat. Komt u niet in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan hanteren onze advocaten voor u een zeer scherp tarief van € 135,00. Alleen via ons bent u zeker van gespecialiseerde rechtsbijstand, tegen een betaalbaar tarief.
En bij vrijspraak, sepot of ontslag van rechtsvervolging krijgt u bovendien alle kosten van rechtsbijstand vergoed door de Staat. Wij kunnen dan voor u een verzoek indienen.
Ontucht kinderen / feitelijke aanranding minderjarigen
Geplaatst op: 25 augustus 2013Indien u wordt verdacht van ontucht met kinderen, ook wel feitelijke aanranding van minderjarigen genoemd, is het belangrijk dat u wordt bijgestaan door een gespecialiseerde advocaat met gedegen kennis en ervaring met ontuchtzaken waarbij aangifte is gedaan door of namens minderjarigen/kinderen. Van ontucht is al gauw sprake. Het gaat om iedere seksuele handeling die is verricht met een kind jonger dan 16 jaar.
Ontucht / feitelijke aanranding
Ontucht c.q. feitelijke aanranding van een kind is strafbaar gesteld in artikel 245 Wetboek van Strafrecht (Sr.)Feitelijke aanranding wordt hier als volgt beschreven:
“Hij die met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.”
Het gaat hier om ontucht met kinderen tussen 12 en 16 jaar.
Voor ontucht met kinderen tot 12 jaar kent ons Wetboek van Strafrecht een zwaardere strafbaarstelling:
“Hij die met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie”
Bewijs ontucht
In ontuchtzaken met kinderen/minderjarigen zal het met name gaan om de vraag of de ontuchtige handelingen bewezen kunnen worden. In de meeste gevallen gaat het dan om de beoordeling van de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de verschillende verklaringen die zijn afgelegd. Het is hierbij belangrijk dat de advocaat die u verdedigt oog heeft voor eventuele tegenstrijdigheden in de verklaringen en in staat is om de aangevers en getuigen grondig te ondervragen om zo ervoor te zorgen dat de rechter eventueel voor u belastende verklaringen niet mag gebruiken voor het bewijs. Op die manier wordt uw zaak sterker en kan een vrijspraak worden bewerkstelligt.
Ontucht of sex tussen kinderen
Wanneer kinderen met elkaar sex hebben, wordt dit niet snel aangemerkt als ontucht. Van ontucht is pas sprake wanneer de sexuele handelingen in strijd zijn met de sociaal-etische norm. Sex tussen een jongen van 17 en een meisje van 15 wordt over het algemeen niet snel als ontuchtig aangemerkt. Vindt de sex plaats tussen een jongen van 18 en een meisje van 13, is er al sneller sprake van ontucht, hetzelfde als bij groepsex tussen jongeren, zoals in het geval dat meerdere jongens afwisselend sex hebben met een minderjarig meisje. Of er in de concrete omstandigheden van het geval sprake is van ontucht, is vaak al in de jurisprudentie aan de orde geweest. Onze advocaten kunnen u hier meer over vertellen.
Advocaat ontucht met kinderen/minderjarigen
Strafzaken waar het gaat om ontucht met kinderen/minderjarigen vragen om de deskundige rechtsbijstand door een gespecialiseerde advcaat. Een goede rechtsbijstand in ontuchtzaken vereist een gedegen technische en juridische kennis. Ons advies is om u in dit soort zaken altijd te laten bijstaan door de beste advocaten.
Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een gespecialiseerde advocaat voor ontuchtzaken. Onze advocaten werken ook op basis van pro deo (toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand), waarbij de kosten van rechtsbijstand grotendeels worden betaald door de Staat. Komt u niet in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan hanteren onze advocaten voor u een zeer scherp tarief van € 135,00 excl. BTW per uur. Alleen via ons bent u zeker van gespecialiseerde rechtsbijstand, tegen een betaalbaar tarief.
En bij vrijspraak, sepot of ontslag van rechtsvervolging krijgt u bovendien alle kosten van rechtsbijstand vergoed door de Staat. Wij kunnen dan voor u een verzoek indienen.
Ontucht / feitelijke aanranding – advocaat nodig?
Geplaatst op: 25 augustus 2013Indien u wordt verdacht van ontucht, ook wel feitelijke aanranding genoemd, is het belangrijk dat u wordt bijgestaan door een gespecialiseerde advocaat met gedegen kennis en ervaring met ontuchtzaken. Het maakt voor de is strafbaarstelling uit of het gaat om ontucht met kinderen/minderjarigen, of ontucht met een persoon van 16 jaar of ouder. Ook de verdediging in ontuchtzaken verschilt bij ontucht tussen kinderen tot jaar.
Ontucht / feitelijke aanranding
Ontucht van een iemand van 16 jaar of ouder is strafbaar gesteld in artikel 246 Wetboek van Strafrecht (Sr.)Feitelijke aanranding/ontucht wordt hier als volgt beschreven:
“Hij die door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid iemand dwingt tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen, wordt, als schuldig aan feitelijke aanranding van de eerbaarheid, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.”
Het gaat hier om ontucht met kinderen tussen 12 en 16 jaar.
Voor ontucht met kinderen tot 12 jaar kent ons Wetboek van Strafrecht een zwaardere strafbaarstelling:
“Hij die met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie”
Bewijs ontucht
In ontuchtzaken zal het met name gaan om de vraag of de ontuchtige handelingen bewezen kunnen worden. In de meeste gevallen gaat het dan om de beoordeling van de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de verschillende verklaringen die zijn afgelegd. Het is hierbij belangrijk dat de advocaat die u verdedigt oog heeft voor eventuele tegenstrijdigheden in de verklaringen en in staat is om de aangevers en getuigen grondig te ondervragen om zo ervoor te zorgen dat de rechter eventueel voor u belastende verklaringen niet mag gebruiken voor het bewijs. Op die manier wordt uw zaak sterker en kan een vrijspraak worden bewerkstelligt.
Politieverhoor ontucht
Wanneer u een uitnodiging hebt ontvangen voor een verhoor bij de politie, is het erg belangrijk dat u zich goed op dit politieverhoor voorbereidt. Wij adviseren u daarom ter voorbereiding op dit verhoor de informatiebrochure ‘ontucht’ te bestellen. In de informatiebrochure worden alle mogelijke verweren voor ontucht besproken en verder uitgelegd aan de hand van het wettelijk kader en de jurisprudentie. Na het lezen van de brochure weet u precies wat u wel en niet kunt verklaren wanneer u op verhoor bij politie moet verschijnen.
Advocaat voor ontuchtzaken
Strafzaken waar het gaat om ontucht vragen om de deskundige rechtsbijstand door een gespecialiseerde advcaat. Een goede rechtsbijstand in ontuchtzaken vereist een gedegen technische en juridische kennis. Ons advies is om u in dit soort zaken altijd te laten bijstaan door de beste advocaten.
Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een gespecialiseerde advocaat voor ontuchtzaken. Onze advocaten werken ook op basis van pro deo (toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand), waarbij de kosten van rechtsbijstand grotendeels worden betaald door de Staat. Komt u niet in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan hanteren onze advocaten voor u een zeer scherp tarief. Alleen via ons bent u zeker van gespecialiseerde rechtsbijstand, tegen een betaalbaar tarief.
En bij vrijspraak, sepot of ontslag van rechtsvervolging krijgt u bovendien alle kosten van rechtsbijstand vergoed door de Staat. Wij kunnen dan voor u een verzoek indienen.
Kinderporno
Geplaatst op: 24 augustus 2013Indien u wordt verdacht van het bezit of verspreiden van kinderporno, is het belangrijk dat u wordt bijgestaan door een gespecialiseerde advocaat met gedegen kennis en ervaring met kinderporno . Kinderpornozaken zijn vaak gecompliceerd. De verdediging van een verdachte van het bezit van kinderporno vereist technische kennis van de werking van computers en het internet. Bovendien moet de advocaat op de hoogte zijn van alle laatste ontwikkelingen qua wet- en regelgeving en jurisprudentie met betrekking tot kinderporno.
Verspreiden kinderporno
Het verspreiden van kinderporno omvat mede het via internet (bijvoorbeeld door deze te plaatsen op een website, door deze beschikbaar te stellen aan derden met behulp van peer-to-peer software of andere programmatuur, door deze te verzenden aan anderen via e-mail of door deze beschikbaar te stellen in een nieuwsgroep) beschikbaar stellen en overdragen van kinderpornografisch materiaal aan derden binnen en buiten de grenzen van Nederland.
Invoer, doorvoer en uitvoer kinderporno
De invoer, doorvoer en uitvoer van kinderpornografisch materiaal, als bedoeld in artikel 240b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, veronderstelt een fysieke beweging van dat materiaal (drukwerk en gegevensdragers) binnen of over de grenzen van Nederland. Voor zover die invoer, doorvoer en uitvoer zich beperkt tot de uitwisseling van kinderporno via internet is er sprake van verspreiding.
Vervaardigen kinderporno
Onder het vervaardigen van kinderporno wordt verstaan het zelf maken van kinderpornografische afbeeldingen of video-opnamen. Bij het vervaardigen van kinderporno zal veelal sprake zijn van samenloop met de zedendelicten van de artikelen verkrachting, ontucht met minderjarigen, grooming, etc. Die gedragingen (waaronder verkrachting en ontucht) worden met aanzienlijk hogere strafmaxima bedreigd (zes tot twaalf jaar gevangenisstraf) dan het enkele vervaardigen van kinderporno als bedoeld in artikel 240b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (maximaal vier jaar gevangenisstraf). Als het vervaardigen van kinderporno gepaard gaat met deze overige zedendelicten zijn daarop de samenloopbepalingen van toepassing. Bij meerdaadse samenloop wordt de maximumstraf met 1/3 verhoogd.
Kinderporno strafbaarstelling
In de meeste gevallen gaat het bij kinderporno om het bezit ervan. Kinderporno wordt bijvoorbeeld op de computer aangetroffen, of in zwaardere varianten op dvd of kinderpornografische afbeeldingen.
Naast het bezit van kinderporno, stelt artikel 240b Wetboek van Strafrecht (Sr.) strafbaar:
het verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, vervaardigen, invoeren, doorvoeren, uitvoeren, verwerven, en het zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaffen tot kinderporno.
Deze laatste handeling ziet op het via internet bekijken van kinderporno, zonder dat u de bestanden downloadt of anderszins op uw computer opslaat.
Straffen kinderporno
Volgens artikel 240b Sr. staat er op het bezit en verspreiden, aanbieden, etc. van kinderporno een maximale gevangenisstraf van 4 jaar. In de praktijk valt de straf doorgaans veel lager uit. In veel gevallen kan een advocaat voor u nog bewerkstelligen dat de straf voor het bezit van kinderporno beperkt blijft tot een werkstraf, al dan niet in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Wanneer u echter een gewoonte maakt van het bezit, verspreiden aanbieden, etc. van kinderporno bedraagt de maximumstraf 8 jaar. Of er sprake is van een gewoonte van het bezit van kinderporno is afhankelijk van de hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen, de frequentie waarmee kinderporno werd gedownload, en de duur van de periode dat de kinderporno werd binnengehaald.
Meer strafmaat bepalende factoren zijn:
– Aantal afbeeldingen (fysiek en/of digitaal)
– Periode waarin de verzameling van afbeeldingen is opgebouwd
– Leeftijd slachtoffer(s)
– Het feit wordt gepleegd met zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte – Het feit wordt gepleegd met een slachtoffer dat in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeert, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens lijdt dat hij niet of onvolkomen in staat is zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden
– Het feit wordt voorafgegaan door of gaat gepaard met folteringen of ernstige geweldpleging – Aard van de afbeelding(en) (bijv. vernederend of zeer expliciete pose, ontuchtige handelingen, seksueel binnendringen, geweld)
– Type afbeelding (bijv. echt of virtuele productie)
– Professionaliteit (bijv. commercieel doeleinde, winstbejag)
– Recidive
– Gepleegd door twee of meer verenigde personen
– Herhalingsgevaar
– Bereidheid tot gedragsverandering, erkenning en inzicht in problematiek gedrag
De voor kinderporno op te leggen straffen zijn grofweg als volgt in te delen:
Normale straf | straf bij gewoonte | |
Bezit/verwerven kinderporno |
240 uur werkstraf + |
1 jr gevangenistraf |
Verspreiden/tentoonstellen/aanbieden/ |
1 jr gevangenisstraf | 2 jr gevangenisstraf |
Vervaardigen kinderporno | 2 jr gevangenisstraf |
4 jr gevangenisstraf |
> Richtlijn voor strafvordering kinderpornografie
Leeftijd vaststellen bij kinderporno
Bij de verdenking van kinderporno speelt vaak de disucussie of er sprake wat de leeftijd is van de personen op de afbeeldingen. Gaat het echt om kinderen, of om jong volwassenen van 18 jaar of ouder? Deze discussie zal met name spelen bij post puberale foto’s. Het gaat dan om de leeftijdscategorie tussen 16 en 18 jaar oud. In die gevallen kan soms met succes het verveer worden gevoerd dat niet vastgesteld kan worden dat de afbeeldingen kinderporno betreffen.
Politieverhoor kinderporno
Wanneer u een uitnodiging hebt ontvangen voor een verhoor bij de politie wegens de verdenking van het bezit of verspreiden van kinderporno, is het erg belangrijk dat u zich goed op dit politieverhoor voorbereidt. Wij adviseren u daarom ter voorbereiding op dit verhoor de informatiebrochure ‘kinderporno’ te bestellen. In de informatiebrochure worden alle mogelijke verweren voor kinderporno besproken en verder uitgelegd aan de hand van het wettelijk kader en de jurisprudentie. Na het lezen van de brochure weet u precies wat u wel en niet kunt verklaren wanneer u op verhoor bij politie moet verschijnen.
> Informatiebrochure kinderporno
Advocaat kinderpornozaken
Kinderpornozaken vergen de deskundige rechtsbijstand door een gespecialiseerde advcaat. Een goede rechtsbijstand in kinderpornozaken vereist een gedegen technische en juridische kennis. Ons advies is om zeker in dit soort ingewikkelde zaken u goed te laten bijstaan.
Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een gespecialiseerde advocaat voor kinderpornozaken. Onze advocaten werken ook op basis van pro deo (toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand), waarbij de kosten van rechtsbijstand grotendeels worden betaald door de Staat. Komt u niet in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan hanteren onze advocaten voor u zeer scherpe tarieven. Alleen via ons bent u zeker van gespecialiseerde rechtsbijstand, tegen een betaalbaar tarief.
> Meer informatie over kinderporno
Fraude bijstandsuitkering / bijstandsfraude
Geplaatst op: 24 augustus 2013Indien u wordt verdacht van fraude met de bijstandsuitkering, is het belangrijk dat u wordt bijgestaan door een gespecialiseerde advocaat met gedegen kennis en ervaring met bijstandsfraude. In veel gevallen is het belangrijk dat u zowel in de bijstandszaak tegen de gemeente wordt bijgestaan, als in de strafzaak waar u wordt verdacht van bijstandsfraude. Bijstandsfraudezaken zijn vaak gecompliceerd, door de koppeling met het sociaal zekerheidsrecht. De advocaat moet niet alleen verstand hebben van het strafrecht en fraudezaken, maar ook van het bijstandsgeschil met de gemeente. De advocaat dient op de hoogte zijn van alle laatste ontwikkelingen qua wet- en regelgeving en jurisprudentie met betrekking tot het sociaal zekerheidsrecht, in het bijzonder met betrekking tot de Wet Werk en Bijstand.
Bijstandsfraude in de wet
Bijstandsfraude is een vorm van sociaal zekerheidsfraude. Het gaat dan om het verstrekken van onjuiste en/of onvolledige gegevens, dan wel het verzwijgen of niet (tijdig) verstrekken van, voor de bepaling van het recht op uitkering en de duur en hoogte van de bijstandsuitkering relevante gegevens, met als gevolg dat een bijstandsuitkering geheel of ten dele ten onrechte wordt verstrekt.
Opsporing en vervolging van bijstandsfraude zullen in het algemeen gestoeld zijn op art. 225 WvSr, de bijzondere strafbepalingen, opgenomen in de sociale zekerheidswetgeving (voor zover nog aanwezig) en de artt. 227 a en 227 b, of art. 447 c en 447 d WvSr. In een enkel geval wordt art. 326 WvSr (oplichting) nog wel gehanteerd.
Nadeel door bijstandsfraude
Voor de opsporing en vervolging van bijstandsfraude is het van belang dat het nadeel juist wordt vastgesteld. Het nadeel is het brutobedrag dat ten onrechte ten laste van de uitvoerende instantie(s) is gekomen. Afgedragen of af te dragen loonbelasting en eventuele premies zijn derhalve in het nadeel begrepen. Het gaat dus eigenlijk om het teveel en ten onrechte bedrag dat de gemeente aan uitkering heeft betaald.
Straffen bijstandsfraude
De straffen die worden opgelegd voor bijstandsfraude zijn afhankelijk van het nadeel.
Nadeel | Straf |
€ 10.000,00 | 106 uur werkstraf |
€ 50.000,00 | 240 uur werkstraf of 4 mnd gevangenisstraf |
€ 100.000,00 | 8 mnd gevangenisstraf |
Bij een nadeel tot € 50.000,00 geldt echter als uitgangspunt dat er geen strafvervolging plaatsvindt, tenzij:
-
- – de sociale zekerheidsfraude gepaard is gegaan met andere strafbare feiten;
- – de status van de verdachte en/of diens voorbeeldfunctie, daartoe aanleiding geeft;
- – tweede of meerdere herhaling van overtredingen binnen een bepaalde periode (5 jaar) (de eerste herhaling wordt bestuursrechtelijk afgedaan) zich heeft voorgedaan;
- – geen mogelijkheid bestaat tot het opleggen van, dan wel het effecturen van een bestuursrechtelijke maatregel of boete;
- – de fraude is gepleegd met medewerking of medeweten van ambtena(a)r(en) van de uitkerende instantie;
- – de fraude is gepleegd in georganiseerd verband door meer dan twee personen
Advocaat bijstandsfraude
Bijstandsfraudezaken vergen de deskundige rechtsbijstand door een gespecialiseerde advcaat. Een goede rechtsbijstand in bijstandsfraudezaken vereist een gedegen technische en juridische kennis. Ons advies is om zeker in dit soort ingewikkelde zaken u goed te laten bijstaan.
Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een gespecialiseerde advocaat bij u in de regio. Onze advocaten werken ook op basis van pro deo (toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand), waarbij de kosten van rechtsbijstand grotendeels worden betaald door de Staat. Komt u niet in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan hanteren onze advocaten voor u een zeer scherp tarief van € 135,00. Alleen via ons bent u zeker van gespecialiseerde rechtsbijstand, tegen een betaalbaar tarief.
Wordt u vrijgesproken van bijstandsfraude, of wordt de zaak geseponeerd, dan hebt u recht op schadevergoeding.
Fraude uitkering / uitkeringsfraude
Geplaatst op: 24 augustus 2013Indien u wordt verdacht van fraude met de uitkering, is het belangrijk dat u wordt bijgestaan door een gespecialiseerde advocaat met gedegen kennis en ervaring met uitkeringsfraude. In veel gevallen is het belangrijk dat u zowel in de sociaal zekerheidsrechtelijke zaak tegen de gemeente/uitkeringsinstantie wordt bijgestaan, als in de strafzaak waar u wordt verdacht van uitkeringsfraude. Uitkeringsfraudezaken zijn vaak gecompliceerd, door de koppeling met het sociaal zekerheidsrecht. De advocaat moet niet alleen verstand hebben van het strafrecht en fraudezaken, maar ook van het geschil met de uitkeringsinstantie/gemeente. De advocaat dient op de hoogte zijn van alle laatste ontwikkelingen qua wet- en regelgeving en jurisprudentie met betrekking tot het sociaal zekerheidsrecht.
Uitkeringsfraude in de wet
Uitkeringsfraude is een vorm van sociaal zekerheidsfraude. Het gaat dan om het verstrekken van onjuiste en/of onvolledige gegevens, dan wel het verzwijgen of niet (tijdig) verstrekken van, voor de bepaling van het recht op uitkering en de duur en hoogte van de bijstandsuitkering relevante gegevens, met als gevolg dat een uitkering geheel of ten dele ten onrechte wordt verstrekt.
Opsporing en vervolging van uitkeringsfraude zullen in het algemeen gestoeld zijn op art. 225 WvSr, de bijzondere strafbepalingen, opgenomen in de sociale zekerheidswetgeving (voor zover nog aanwezig) en de artt. 227 a en 227 b, of art. 447 c en 447 d WvSr. In een enkel geval wordt art. 326 WvSr (oplichting) nog wel gehanteerd.
Nadeel door uitkeringsfraude
Voor de opsporing en vervolging van bijstandsfraude is het van belang dat het nadeel juist wordt vastgesteld. Het nadeel is het brutobedrag dat ten onrechte ten laste van de uitvoerende instantie(s) is gekomen. Afgedragen of af te dragen loonbelasting en eventuele premies zijn derhalve in het nadeel begrepen. Het gaat dus eigenlijk om het teveel en ten onrechte bedrag dat de gemeente aan uitkering heeft betaald.
Straffen uitkeringssfraude
De straffen die worden opgelegd voor bijstandsfraude zijn afhankelijk van het nadeel.
Nadeel | Straf |
€ 10.000,00 | 106 uur werkstraf |
€ 50.000,00 | 240 uur werkstraf of 4 mnd gevangenisstraf |
€ 100.000,00 | 8 mnd gevangenisstraf |
Bij een nadeel tot € 50.000,00 geldt echter als uitgangspunt dat er geen strafvervolging plaatsvindt, tenzij:
-
- – de sociale zekerheidsfraude gepaard is gegaan met andere strafbare feiten;
- – de status van de verdachte en/of diens voorbeeldfunctie, daartoe aanleiding geeft;
- – tweede of meerdere herhaling van overtredingen binnen een bepaalde periode (5 jaar) (de eerste herhaling wordt bestuursrechtelijk afgedaan) zich heeft voorgedaan;
- – geen mogelijkheid bestaat tot het opleggen van, dan wel het effecturen van een bestuursrechtelijke maatregel of boete;
- – de fraude is gepleegd met medewerking of medeweten van ambtena(a)r(en) van de uitkerende instantie;
- – de fraude is gepleegd in georganiseerd verband door meer dan twee personen
Advocaat uitkeringsfraude
Uitkeringsfraudezaken vergen de deskundige rechtsbijstand door een gespecialiseerde advcaat. Een goede rechtsbijstand in uitkeringsfraudezaken vereist een gedegen technische en juridische kennis. Ons advies is om zeker in dit soort ingewikkelde zaken u goed te laten bijstaan.
Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een gespecialiseerde advocaat bij u in de regio. Onze advocaten werken ook op basis van pro deo (toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand), waarbij de kosten van rechtsbijstand grotendeels worden betaald door de Staat. Komt u niet in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan hanteren onze advocaten voor u een zeer scherp tarief van € 135,00. Alleen via ons bent u zeker van gespecialiseerde rechtsbijstand, tegen een betaalbaar tarief.
Wordt u vrijgesproken van uitkeringsfraude, of wordt de zaak geseponeerd, dan hebt u recht op schadevergoeding.
Zedendelicten
Geplaatst op: 24 augustus 2013Indien u wordt verdacht van een zedendelict, is het belangrijk dat u wordt bijgestaan door een gespecialiseerde advocaat met gedegen kennis en ervaring met zedendelicten. Zedendelicten zijn vaak gecompliceerd waar het gaat om verklaringen van getuigen, technisch bewijs, en soms ook biologische sporen, zoals DNA.
Zedendelicten
De wet maakt onderscheid tussen verschillende soorten zedendelicten. In de wet zijn zedendelicten strafbaar gesteld in titel XIV – misdrijven tegen de zeden.
Binnen deze titel zijn de volgende zedendelicten strafbaar gesteld:
- Schennis van de eerbaarheid (art. 239 Sr)
- Kinderporno (art. 240a en b Sr)
- Verkrachting (art. 242 Sr)
- Verkrachting bewusteloze/onmachtige (art 243 Sr)
- Ontucht minderjarige < 16 jaar (art. 245 Sr)
- Ontucht / feitelijke aanranding > 16 jaar (art. 246 Sr)
- Ontucht bewusteloze/onmachtige (art 247 Sr)
- Grooming (art 248e Sr)
Advocaat zedendelicten
Zedendelicten vergen de deskundige rechtsbijstand door een gespecialiseerde advcaat. Een goede rechtsbijstand in dit soort zaken vereist een gedegen technische en juridische kennis. Ons advies is om zeker in dit soort ingewikkelde zaken u goed te laten bijstaan.
Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een gespecialiseerde advocaat voor zedendelicten. Onze advocaten werken ook op basis van pro deo (toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand), waarbij de kosten van rechtsbijstand grotendeels worden betaald door de Staat. Komt u niet in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan hanteren onze advocaten voor u een zeer scherp tarief van € 135,00. Alleen via ons bent u zeker van gespecialiseerde rechtsbijstand, tegen een betaalbaar tarief.
Oplichting
Geplaatst op: 24 augustus 2013Bij oplichting gaat het erom dat voordeel wordt behaald door een ander te misleiden. Het voordeel kan bestaan uit het afgeven van goederen of geld, het verlenen van een dienst, het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld. Niet iedere vorm van bewust oneerlijk zaken doen levert echter oplichting op. Van oplichting is alleen sprake wanneer de in de wet genoemde oplichtingsmiddelen worden toegepast.
Indien u wordt verdacht van oplichting, is het belangrijk dat u wordt bijgestaan door een gespecialiseerde advocaat met gedegen kennis en ervaring met oplichtingszaken. Oplichtingszaken zijn vaak gecompliceerd, en er staat dikwijls veel op het spel. Bij de wat ernstige gevallen van oplichting, waarbij het voordeel meer dan € 10.000,00 bedraagt, loopt u het risico te worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Daarbij komt dat dikwijls ook een benadeelde partij zich voegt om schade te vorderen. Het is belangrijk dat u tegen de beschuldiging van oplichting en de vordering van de benadeelde partij zo goed mogelijk verweer voert.
Maar ook wanneer u slachtoffer bent geworden van oplichting, kunt u uw zaak bij ons aanmelden.
Oplichting in de wet
Oplichting is strafbaar gesteld in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht (Sr.):
“Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het verlenen van een dienst, tot het ter beschikking stellen van gegevens, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.”
Het artikel noemt de vier oplichtingsmiddelen die strafbaar zijn. Het gaat om de vier manieren die kunnen worden toegepast bij het plegen van het delict oplichting. De oplichtingsmiddelen zijn limitatief opgesomd. Dit betekent dat er er andere middelen strafbaarzijn. Hierna worden deze besproken.
Oplichtingsmiddelen
Art. 326 Sr. noemt een viertal oplichtingsmiddelen:
- Oplichting door het aannemen van een valse naam
- Oplichting door het aannemen van een valse hoedanigheid
- Oplichting door het toepassen van listige kunstgrepen
- Oplichting door een samenstel van verdichtsels
Straffen oplichting
In geval van de meest voorkomende vormen van oplichting, zoals omschreven in art 326, lid 1 Wetboek van strafrecht, waarbij een of meerdere slachtoffers bewogen wordt/worden tot de afgifte van geld of goederen, danwel tot het verlenen van (een) dienst(en) worden doorgaans de volgende straffen opgelegd:
Oplichtingsbedrag tot € 120,00…………………………………20 uur werkstraf
Oplichtingsbedrag tot € 1.200,00………………………………….60 uur werkstraf
Oplichtingsbedrag tot € 5.000,00………………………………..100 uur werkstraf
Oplichtingsbedrag tot € 10.000,00…………………………………120 uur werkstraf/2 maanden gevangenisstraf
Oplichtingsbedrag tot € 25.000,00…………………………………180 uur werkstraf/3 maanden gevangenisstraf
Oplichtingsbedrag tot € 50.000,00…………………………………240 uur werkstraf/4 maanden gevangenisstraf
Oplichtingsbedrag tot € 100.000,00………………………………..8 maanden gevangenisstraf
Indien bij de oplichting tevens het delict valsheid in geschrift is gepleegd (zoals vaak bij verzekeringsfraude) wordt het zwaardere misdrijf van artikel 225 ev. Wetboek van strafrecht als uitgangspunt te worden genomen en niet de oplichting.
Indien een oplichting over een langere periode (stelselmatig) plaatsvindt, op professionele wijze is opgezet of meerdere slachtoffers treft, dient dit strafverzwarend te worden beoordeeld. Eveneens zal in geval er bewust kwetsbare slachtoffers zijn uitgekozen een zwaardere sanctie gehanteerd te worden.
Vaak zien we bij oplichtingszaken dat tevens geeist wordt dat dat de schade door de verdachte wordt vergoed nadat de aangever zich als benadeelde partij heeft gevoegd in de strafzaak. Wanneer de rechter de schadevergoeding toekent, zal de rechter tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen. Ook kan de rechter op vordering van de officier van justitie een ontnemingsmaatregel opleggen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Verweren tegen oplichting
Niet elke vorm van bewust oneerlijk zaken doen levert het in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht strafbaar gestelde misdrijf “oplichting” op. Dat geldt ook wanneer kan worden bewezen dat men is benadeeld door een persoon die niet van plan was zijn verplichting na te komen en die zich in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als een bonafide verkoper. Die enkele omstandigheid is immers volgens vaste rechtspraak onvoldoende om ‘het aannemen van een valse hoedanigheid in de zin van artikel 326’ op te leveren (zie o.m. HR 15 december 1998, LJN ZD1177). Daarvoor zijn bijkomende omstandigheden vereis, namelijk dat gebruik is gemaakt van een van de oplichtingsmiddelen.
In die gevallen leidt de handeling hoogstens tot een civielrechtelijke aansprakelijkheid, ook al zijn de aangevers benadeeld.
Zo is ook het niet betalen van huur, geen oplichting in de zin van art. 326 Sr. Het enkele “zich voordoen als bonafide huurder” levert nog geen oplichting op. Ook is het afsluiten van een huurcontract, zonder vervolgens de huurpenningen te betalen geen flessentrekkerij.
Al deze handelingen moeten eerder worden gekwalificeerd als wanprestatie. En dat is een civielrechtelijke aangelegenheid.
Daarnaast is het zo dat de wet nog eist dat er opzet bestaat bij de verdachte op de oplichtingshandelingen. Het moet gaan om een bewust handelen, gericht op de benadeling van een ander.
Advocaat oplichting
Oplichtingszaken vergen de deskundige rechtsbijstand door een gespecialiseerde advcaat. Een goede rechtsbijstand in oplichtingszaken vereist een gedegen technische en juridische kennis. Ons advies is om zeker in dit soort ingewikkelde zaken u goed te laten bijstaan.
Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een gespecialiseerde advocaat voor oplichtingszaken. Onze advocaten werken ook op basis van pro deo (toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand), waarbij de kosten van rechtsbijstand grotendeels worden betaald door de Staat. Komt u niet in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan hanteren onze advocaten voor u een zeer scherp tarief van € 120,00. Alleen via ons bent u zeker van gespecialiseerde rechtsbijstand, tegen een betaalbaar tarief.
Indien u later wordt vrijgesproken van oplichting, zal de advocaat namens u een verzoek tot schadevergoeding indienen.