085-4865262 (dagelijks 8.00u - 22.00u)

Voorwaardelijke invrijheidstelling

Geplaatst op: 28 september 2013

De voorwaardelijke invrijheidstelling houdt in dat de verdachte na het uitzitten van 2/3 van zijn straf onder voorwaarden kan vrijkomen. De voorwaardelijke invrijheidstelling geldt voor gevangenisstraffen vanaf 1 jaar. Boven de 1 jaar gaat er 1/3 van de straf af, nadat tenminste 1 jaar van de straf is ondergaan. Bij een gevangenisstraf van 15 maanden, is de v.i. derhalve 1 maand, en moet de veroordeelde 14 maanden gevangenisstraf ondergaan. Vroeger heette dit de vervroegde invrijheidstelling, maar dit is nu vervangen met de komst van de Wet voorwaardelijke invrijheidstelling. Hierna zullen de belangrijkste vragen over de voorwaardelijke invrijheidstelling worden behandeld.

Vroeger: vervroegde invrijheidstelling

Op 1 juli 2008 is de Wet vervroegde invrijheidstelling vervangen door de Wet voorwaardelijke invrijheidstelling. Met de nieuwe wet blijft het zo dat een veroordeelde vroeger op vrije voeten komt, maar gelden er vanaf dat moment voorwaarden waaraan de veroordeelde zich moet houden. Voldoet de veroordeelde niet aan die voorwaarden, dan kan hij of zij weer vast worden gezet.

Voorwaardelijke invrijheidstelling in de wet

De voorwaardelijke invrijheidstelling is in de wet geregeld in art. 15 Wetboek van Strafrecht (Sr.):

Artikel 15 – voorwaardelijke invrijheidstelling

1. De veroordeelde tot vrijheidsstraf van meer dan een jaar en ten hoogste twee jaren, wordt voorwaardelijk in vrijheid gesteld wanneer de vrijheidsbeneming ten minste een jaar heeft geduurd en van het alsdan nog ten uitvoer te leggen gedeelte van de straf eenderde gedeelte is ondergaan.
2. De veroordeelde tot tijdelijke gevangenisstraf van meer dan twee jaren wordt voorwaardelijk in vrijheid gesteld wanneer hij tweederde gedeelte daarvan heeft ondergaan.
3. Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing indien:
a.               de rechter op grond van   artikel 14a heeft bepaald dat een gedeelte van de vrijheidsstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd;
b.               de rechter een last als bedoeld in   artikel 14g, eerste lid, heeft gegeven;
c.               de veroordeelde een vreemdeling is die geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000.
4. Voor de toepassing van het eerste en het tweede lid wordt de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van de uitspraak in verzekering, in voorlopige hechtenis of in detentie in het buitenland ingevolge een Nederlands verzoek om uitlevering is doorgebracht onder de termijn begrepen, tenzij die tijd, met toepassing van artikel 68, eerste lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering, reeds in mindering is gebracht op een andere straf die de veroordeelde heeft ondergaan.
5. Indien de veroordeelde meer dan één vrijheidsstraf heeft te ondergaan, worden deze zo enigszins mogelijk aaneensluitend ten uitvoer gelegd. In dat geval worden geheel onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen vrijheidsstraffen gezamenlijk, met uitzondering van vervangende hechtenis, als één vrijheidsstraf aangemerkt, waarop dit artikel en de   artikelen 15a tot en met 15l van toepassing zijn.
6. De   artikelen 570 en 570a van het Wetboek van Strafvordering zijn van toepassing.
7. In afwijking van het eerste en het tweede lid, kan Onze Minister van Veiligheid en Justitie bepalen dat de voorwaardelijke invrijheidstelling op een eerder tijdstip plaatsvindt in het geval van de tenuitvoerlegging van een in het buitenland opgelegde vrijheidsstraf in Nederland, indien de veroordeelde op dat eerdere tijdstip voorwaardelijk in vrijheid zou zijn gesteld, als de tenuitvoerlegging niet aan Nederland zou zijn overgedragen.

Wanneer geldt de voorwaardelijke invrijheidstelling

De voorwaardelijke invrijheidstelling geldt voor alle gevangenisstraffen vanaf 1 jaar. Er gelden echter wel een aantal uitzonderingen. In de volgende gevallen is de voorwaardelijke invrijheidstelling niet van toepassing:

  • Indien al een gedeelte van de gevangenisstraf voorwaardelijk is opgelegd; dan moet de verdachte het volledige deel van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf worden uitgezeten.
  • Bij een levenslange gevangenisstraf

Berekening datum voorwaardelijke invrijheidstelling

Het is niet altijd eenvoudig om de datum van de voorwaardelijke invrijheidstelling te berekenen. Er gelden een aantal basis uitgangspunten:

  • Wanneer er een gedeeltelijk voorwaardelijke straf is opgelegd dan moet het volledige gedeelte van de onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf worden uitgezeten.
  • Is er een gevangenisstraf opgelegd van minder dan 2 jaar, dan gaat er 2/3 deel af van het gedeelte boven de 1 jaar af (boven de 1 jaar hoeft de verdachte dus maar 1/3 deel van zijn straf uit te zitten).
  • Bij een gevangenisstraf van 2 jaar of meer, gaat er 1/3 deel af over de volledige gevangenisstraf (de verdachte hoeft slechts 2/3 deel van zijn totale straf uit te zitten)
  • Wanneer er meerdere gevangenisstraffen zijn opgelegd, dan worden alle straffen bij elkaar opgeteld, en over het totaal de voorwaardelijke invrijheidstelling berekend

Enkele voorbeelden:

– iemand die is veroordeeld tot achttien maanden cel, komt vrij na veertien maanden (12 maanden + 1/3 van 6 maanden)
– iemand die is veroordeeld tot achttien maanden cel, waarvan vier maanden voorwaardelijk, komt niet in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidstelling, en komt vrij na veertien maanden
– iemand die is veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf, komt na zestien maanden vrij (24 maanden – 1/3 van 24 maanden);
– iemand die is veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf, komt na vier jaar vrij (6 jaar – 1/3 van 6 jaar)

VI geldt voor totaal openstaande vrijheidsstraffen
Bij meerdere vrijheidstraffen moeten alle straffen bij elkaar worden opgeteld voor de berekening van de datum waarop iemand voorwaardelijk invrijheid kan worden gesteld.

VI niet van toepassing bij vervangende hechtenis
De eventueel opgelegde vervangende hechtenis in verband met het niet betalen van geldboetes, het niet verrichten van de werkstraf, of het niet betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partij, wordt niet in de optelling betrokken, en over het gedeelte van de vervangende hechtenis komt de veroordeelde niet in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidstelling.

Uitzonderingen voorwaardelijke invrijheidstelling

Voorwaardelijke invrijheidstelling is niet van toepassing

  • op gevangenisstraffen tot 1 jaar
  • bij tenuitvoerlegging vervangende hechtenis
  • bij vreemdelingen die niet rechtmatig in Nederland verblijven
  • wanneer een gedeeltelijk voorwaardelijke straf is opgelegd
  • bij minderjarige verdachten

Verder gelden nog enkele gevallen waarin de officier van justitie aan de rechter kan vragen om de voorwaardelijke invrijheidstelling achterwege te laten of uit te stellen. Wanneer dat kan leest u hierna.

Achterwege laten of uitstellen voorwaardelijke invrijheidstelling

In de volgende gevallen kan de officier van justitie aan de rechter vragen om de voorwaardelijke invrijheidstelling achterwege te laten of uit te stellen:

  • als de veroordeelde in een TBS-kliniek zit en langer moet worden verpleegdd
  • als de veroordeelde zich zeer ernstig heeft misdragen tijdens zijn strafperiode;
  • als de veroordeelde zich niet aan voorwaarden wil houden, of als er ondanks de voorwaarden een te groot risico is dat de veroordeelde (ernstige) geweldmisdrijven zal plegen;
  • als de veroordeelde is ontsnapt of een ontsnappingspoging heeft gedaan;

Voorwaarden bij voorwaardelijke invrijheidstelling

De officier van justitie kan verschillende voorwaarden verbinden aan de voorwaardelijke veroordeling. Vaak gaat het om de algemene voorwaarde dat er geen nieuw strafbaar feit mag worden gepleegd, maar er kunnen ook bijzondere voorwaarden worden gesteld aan de invrijheidstelling, zoals verplichte begeleiding door de reclassering, het volgen van cursussen of trainingen, een straat- en contactverbod. In feite kunnen alle bijzondere voorwaarden worden opgelegd die ook gelden bij de voorwaardelijke veroordeling.

Proeftijd bij voorwaardelijke invrijheidstelling

De voorwaarden bij de voorwaardelijke invrijheidstelling gelden gedurende de proeftijd. Deze proeftijd is gelijk aan de duur van het strafrestant, maar bedraagt minimaal 1 jaar. Bij een veroordeling tot een gevangenisstraf van 2 jaar, komt de veroordeelde dus na 16 maanden vrij, en moet hij zich nog gedurende een jaar aan de voorwaarden houden die de officier van justitie stelt. Doet hij dat niet, dan kan de voorwaardelijke straf worden herroepen, en kan het zijn dat hij het restant van zijn straf (8 maanden) alsnog geheel of gedeeltelijk moet uitzitten. Dit bepaalt de rechter uiteindelijk. 
Bij een gevangenisstraf van 6 jaar, geldt dus een proeftijd van 2 jaar!

Schorsing voorwaardelijke invrijheidstelling

De veroordeelde kan alvast – in afwachting tot de zitting bij de rechter – worden aangehouden. De officier van justitie vraagt dan om schorsing van de voorwaardelijke invrijheidstelling. De rechter-commissaris beslist op het verzoek van de officier van justitie.

Advocaat nodig?

Heeft u een advocaat nodig omdat u advies wil over de berekende datum voor voorwaardelijke invrijheidstelling, of omdat de officier de rechter heeft gevraagd om voorwaardelijke invrijheidstelling achterwege te laten of uit te stellen, of vanwege een verzoek tot schorsing van de voorwaardelijke invrijheidstelling?

De advocaten binnen ons netwerk hebben ruime ervaring met de voorwaardelijke invrijheidstelling en kunnen u goed bijstaan bij al uw problemen met de voorwaardelijke invrijheidstelling. Meldt uw zaak bij ons aan, en wij brengen u in contact met een gespecialiseerde advocaat uit ons netwerk.

 

 

 

 

 

 
 

 

 


Ontnemingsvordering

Geplaatst op: 26 september 2013

De ontnemingsvordering is bedoeld om wederrechtelijk verkregen voordeel van een verdachte af te pakken. De ontnemingsvordering is ook wel bekend onder de naam “plukze wetgeving”, afgeleid van het (kaal)plukken van de verdachte.Het gaat bij de ontnemingsvordering erom dat al het geld dat is verdiend met criminele activiteiten wordt afgepakt.

Schatting ontnemingsvordering

De ontnemingsvordering wordt door politie en justitie geschat. De schatting van het ontnemingsbedrag vindt vaak plaats op basis van vaste uitgangspunten, maar ook op basis van de verklaringen van uzelf, als verdachte, en getuigenverklaringen, bijv. over verkopen. Indien bepaalde verklaringen ongunstig zijn, is het van belang dat die getuigen nader aan de tand worden gevoeld over hun verklaringen om zo te proberen het bewijs weggepoetst te krijgen. 

Schatting ontnemingsvordering hennepkwekerij

Ook bij hennepkwekerijen wordt de ontnemingsvordering geschat op basis van vaste uitgangspunten. Deze zijn neergelegd in de BOOM-rapportage “wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht“. In het kort komt deze berekening erop neer dat per oogst een plant 28,2 gram hennep geeft, en dat per gram € 3,28 opbrengst wordt verkregen. De opbrengst  per oogst wordt aldus berekend door de volgende rekensom:

Aantal planten x 28,2 gram x € 3,28 = de geschatte opbrengst

Hierop worden vervolgens nog de kosten van de hennepteelt in mindering gebracht, ook dit weer volgens vaste uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn ook te vinden in de BOOM-rapportage.

Advocaat ontnemingsvordering

Indien de officier jegens u een ontnemingsvordering indient, is het belangrijk dat hier goed verweer tegen wordt gevoerd. Ontnemingsvorderingen kunnen erg ingewikkeld zijn, en er staat vaak veel op het spel. Een ontnemingsvordering kan al gauw oplopen tot enkele tienduizenden euro’s. Een goede verdediging door een gespecialiseerde advocaat is daarom noodzakelijk.

Indien u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een van de gespecialiseerde advocaten uit ons netwerk. 


Voorwaardelijke straf

Geplaatst op: 26 september 2013

Een voorwaardelijke straf houdt in dat de straf wel wordt opgelegd, maar dat deze niet direct ten uitvoer wordt gelegd. Aan de voorwaardelijke straf is altijd de algeme voorwaarden verbonden dat de verdachte geen nieuw strafbaar feit meer pleegt. Er gelden kunnen ook bijzondere voorwaarden worden opgelegd. 
De voorwaardelijke straf is altijd gekoppeld aan een proeftijd, waarbinnen de algemene en bijzondere voorwaarden gelden.

Algemene voorwaarden

Aan een voorwaardelijke straf is altijd de algemene voorwaarde gekoppeld dat de verdachte gedurende de proeftijd geen nieuw strafbaar feit pleegt. Gebeurt dat wel, dan kan de officier van justitie naast een straf voor het nieuwe feit, ook de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf eisen.
U moet er op bedacht zijn dat geen enkel strafbaar feit mag worden gepleegd. De officier van justitie mag namelijk ook tenuitvoerlegging vorderen voor een totaal ander soort feit dan waarvoor de voorwaardelijke straf is opgelegd. Bijv. wanneer u een voorwaardelijke straf hebt gekregen voor een mishandeling, kan de officier van justitie ook voor het te hard rijden > 30 km/u tenuitvoerlegging vorderen. Over het algemeen gebeurt dat niet in de praktijk; er is minimaal enig verband vereist, maar het is wel toegestaan.

Bijzondere voorwaarden

De rechter kan aan de voorwaardelijke straf ook bijzondere voorwaarden verbinden, zoals

  • de verplichting om zich te houden aan de aanwijzing en voorschriften van de reclassering
  • een straat- en contactverbod
  • elektronisch toezicht
  • behandelverplichting in kliniek of ambulant

Uitleg voorwaardelijke straf

De rechter kan bijvoorbeeld de volgende straf opleggen:

“Een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich moet houden aan de voorschriften en aanwijzingen van de Reclassering Nederland.”

In de praktijk betekent deze straf dat de verdachte 12 maanden de gevangenis in moet, en dat hij daarnaast gedurende twee jaren zich moet houden aan de afspraken met de reclassering, en dat hij diezelfde termijn geen nieuwe strafbare feiten mag plegen, omdat hij anders alsnog 6 maanden gevangenisstraf uit moet gaan zitten.

Wanneer de verdachte gedurende de proeftijd van 2 jaren wordt verdacht van een nieuw strafbaar feit kan de officier van justitie naast een straf voor het nieuwe feit ook tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden vragen.

Datzelfde kan de officier van justitie vragen indien de reclassering aan hem meldt dat de verdachte de afspraken met de reclassering niet nakomt.

Termijn vordering tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft tot uiterlijk drie maanden na het verstrijken van de proeftijd de mogelijkheid om een vordering tot tenuitvoerlegging te doen.

 

  

 


Sepot

Geplaatst op: 26 september 2013

Een sepot houdt in dat u niet langer wordt beschouwd als verdachte in een strafzaak. Een sepotbeslissing wordt daarom ook wel een kennisgeving van niet verdere vervolging (k.v.n.v.v.) genoemd.

Betekenis sepot

Sepot betekent letterlijk “het terzijde leggen”. Bij een sepotbeslissing wordt besloten om uw strafzaak terzijde te leggen en u dus niet verder te vervolgen. 

Meestal is er onvoldoende bewijs, maar er kunnen vele redenen zijn voor een sepot. U ontvangt de sepotbeslissing altijd per brief. Deze brief wordt ook wel een sepotbericht genoemd. In de brief wordt niet altijd letterlijk het woord “sepot” gebruikt. Dat hoeft ook niet. Voldoende is wanneer uit de tekst van de brief is af te leiden dat u niet langer wordt vervolgd.  Wanneer u een sepotbericht ontvangt, kunt u aanspraak maken op schadevergoeding, bijv. voor de tijd dat u in voorarrest hebt gezeten. In sommige gevallen kunt u een sepotbericht ook uitlokken.

Sepotgronden

Een strafzaak wordt door de politie of het openbaar ministerie bijvoorbeeld geseponeerd  wanneer er niet voldoende wettig en overtuigend bewijs is, maar ook bij medeschuld van de aangever, en nog verschillende andere gronden. Voor een overzicht van alle sepotgronden verwijzen wij u naar de aanwijzing sepotgronden van het openbaar ministerie.

Sepot door politie

In de meeste gevallen krijgt u een sepotbeslissing van de officier van justitie. In sommige gevallen wordt het sepot door de politie (na overleg met de officier van justitie) afgegeven. Dat heet dan een politiesepot.

Uitlokken sepotbeslisisng

Zolang u geen schriftelijke sepotbeslissing hebt ontvangen, mag u er niet van uitgaan dat de strafzaak is geseponeerd. U kunt in die gevallen dan een sepotbeslissing proberen uit te lokken. Dat kan op meerdere manieren. 

1. een brief aan de politie of de officier van justitie toesturen om te informeren naar de stand van zaken
2. een verzoekschrift indienen bij de rechtbank ex. artikel 36 Sv om de rechtbank te vragen te bepalen dat de strafzaak eindigt.
3. een verzoek indienen bij de rechter-commissaris om de officier van justitie een termijn te stellen om het onderzoek af te ronden.

Als u dat wil, adviseren wij u uw zaak bij ons aan te melden zodat wij u in contact kunnen brengen met een gespecialiseerde advocaat. In veel gevallen kan de rechtsbijstand voor u uiteindelijk gratis worden verleend omdat bij een sepot u recht hebt op een vergoeding van de kosten van rechtsbijstand.

Schadevergoeding na sepot

Wanneer uw strafzaak is geseponeerd, hebt u recht op schadevergoeding. Ook hiervoor kunt u uw zaak bij ons aanmelden. U kunt uw verzoek tot schadevergoeding indienen via de website www.schadevergoedingnavrijspraak.nl. Hier leest u ook voor welke schadeposten u vergoeding kunt vragen en hoe de verdere procedure verloopt.

 

 


Benadeelde partij

Geplaatst op: 26 september 2013

Bent u slachtoffer van een misdrijf, dan kunt u zich voegen als benadeelde partij in de strafzaak tegen de verdachte. Als benadeelde partij kunt u schadevergoeding vorderen van de verdachte. Dit heet ook wel een vordering benadeelde partij.

U kunt als benadeelde bijvoorbeeld schadevergoeding vorderen voor materiele schade die u hebt opgelopen zoals kapotte kleding, vernielde of beschadigde goederen, reiskostenvergoeding voor aangifte en gesprekken met advocaat of slachtofferhulp.
Ook kunt u als benadeelde partij een vordering indienen voor immateriele schade, ook wel smartengeld genoemd. U vraagt dan een vergoeding voor de pijn en/of letsel dat u hebt opgelopen, of de schrik die u hebt gehad als gevolg van het strafbare feit.

Overige rechten benadeelde partij

Als benadeelde partij hebt u ook nog meer rechten.

Kopie proces-verbaal
U kunt een kopie van het proces-verbaal van de politie opvragen. U krijgt dan alle verklaringen en andere stukken over het misdrijf. U hebt volgens de wet slechts recht op inzage, maar u moet altijd proberen om een kopie van het proces-verbaal te krijgen.

Aanwezigheid zittingen
Als benadeelde partij mag u ook aanwezig zijn bij alle zittingen. Bij volwassen verdachten zijn alle zittingen sowieso openbaar, maar u krijgt dan als benadeelde partij tenminste een schriftelijke mededeling van de datum en het tijdstip waarop de zaak tegen de verdachte wordt behandeld.
Jeugdstrafzaken zijn besloten, maar als benadeelde partij hebt u toch het recht om aanwezig te zijn tijdens de zitting.

Advocaat benadeelde partij
Indien u zich als benadeelde partij wenst te voegen in de strafzaak, is het zeker bij ernstige feiten of meer ingewikkelde schadevorderingen eerst een advocaat te raadplegen. Met de advocaat kunt u dan de mogelijkheden bespreken om een vordering benadeelde partij in te dienen. De advocaat kan ook voor u het proces-verbaal opvragen en u informeren over de bewijzen tegen de verdachte.

Indien u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u onmiddellijk in contact met een gespecialiseerde advocaat die u kan bijstaan en adviseren als benadeelde partij in de strafzaak. Onze advocaten zijn allen deskundig en zullen uw belangen zo goed mogelijk behartigen.
Alle advocaten verlenen hun rechtsbijstand ook pro deo (op basis van toevoeging; gesubsidieerde rechtsbijstand. In dat geval worden de kosten van rechtsbijstand (gedeeltelijk) vergoed door de Staat.

Is het een betalende zaak, dan geniet u maximale korting bij aanmelding via deze website. Met alle advocaten binnen ons netwerk hebben wij speciale prijsafspraken gemaakt zodat u zeker nooit te veel betaald voor gespecialiseerde rechtsbijstand.

 

 


Witwassen

Geplaatst op: 01 september 2013

Witwassen is het verbergen of verhullen van de herkomst van de opbrengst van criminele activiteiten. In de meeste gevallen gaat het om witwassen van geld dat is verdiend met criminele activiteiten, maar steeds vaker richt justitie zich ook op door criminele activiteiten verkregen goederen.

Witwassen wordt tot de vermogensdelicten gerekend, net als diefstal, verduistering, oplichting. Justitie moet bij witwassen bewijzen dat het geld of de goederen een criminele herkomst hebben. In veel gevallen kan ook bewijs worden geleverd door aan te voeren dat een persoon onvoldoende legale inkomsten heeft om aan het geld of de goederen te komen. Je zou in dat opzicht kunnen spreken van een omkering van de bewijslast.

Wordt u verdacht van witwassen, dan is het belangrijk dat u zich direct goed laat voorlichten over uw mogelijkheden door een gespecialiseerde advocaat strafrecht. De advocaat kan u ook ter terechtzitting bij de politierechter bijstaan.

Vormen van witwassen

De volgende drie vormen van witwassen zijn sinds 6 december 2001 opgenomen in het Wetboek van Strafrecht (‘WvSr’):

Opzettelijk witwassen (Artikel 420bis WvSr)

Bij de opzettelijke vorm van witwassen dient de verdachte ten tijde van de gedraging te weten dat het voorwerp dat hij verbergt of verhult uit misdrijf afkomstig is. Ten aanzien van deze wetenschap is voorwaardelijke opzet voldoende. De in de delictsomschrijving gebruikte termen ‘verbergen’ of ‘verhullen’ impliceren eveneens opzet. Ook hierbij is voorwaardelijk opzetvoorwaardelijke opzet voldoende (Kamerstukken II 2000/01, 27 159, nr. 5, p. 11)

Gewoonte witwassen (art 420ter WvSr)

Het zogenoemde opzet-witwassen is de generalis van de specialis gewoonte-witwassen dat strafbaar gesteld is in artikel 420ter WvSr. Iemand maakt zich schuldig aan gewoonte-witwassen wanneer hij zich herhaaldelijk schuldig maakt aan opzet-witwassen.

Schuldwitwassen (art. 420quater WvSr)

Tot slot bestaat er nog de schuldvariant van witwassen, opgenomen in artikel 420quater WvSr. In dit laatste geval dient bewezen te worden dat de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het voorwerp van misdrijf afkomstig was. Ten aanzien van de handelingen die de verdachte verricht ten behoeve van het witwassen dient overigens wel de opzet bewezen te worden. Voorwaardelijke opzet is daarbij voldoende; het zich willens en wetens blootstellen aan de geenszins als denkbeeldig te verwaarlozen kans dat men door zijn handelen iets verbergt, verhult enzovoort. 

Witwassen en het gronddelict

Bij witwassen is de heler-steler-regel niet van toepassing, zoals dat bij de artikelen 416 en 417 WvSr wel het geval is. Dit betekent dat ook handelingen met betrekking tot voorwerpen die afkomstig zijn uit misdrijven die de witwasser zelf heeft gepleegd, wel onder de bepalingen van witwassen (artikel 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht) vallen. De wetgever heeft hier de zelfstandige strafwaardigheid van witwassen mee willen uitdrukken. Van belang is voorts dat de Hoge Raad in zijn arrest van 2 oktober 2007, NJ 2008, 16, bepaalde dat de opvatting dat het enkele voorhanden hebben van een voorwerp onvoldoende is om dit als witwassen aan te merken geen steun vindt in de wet.

Het geld of andere voorwerpen die worden witgewassen, dienen afkomstig te zijn uit enig voorafgaand misdrijf. Niet vereist is dat het voorwerp geheel uit misdrijf afkomstig is: ook een voorwerp dat gedeeltelijk met crimineel geld en gedeeltelijk met legaal geld is gefinancierd, wordt beschouwd van misdrijf afkomstig te zijn. Van belang is voorts dat de Hoge Raad in zijn arrest van 28 september 2004 (LJN nr. AP2124, HR 02679/03) bepaalde dat om te bewijzen dat het voorwerp ‘afkomstig is uit enig strafbaar feit’ niet uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Dat betekent ook dat uit de bewijsmiddelen niet behoeft te kunnen worden afgeleid door wie, wanneer en waar dit misdrijf concreet is begaan (Zie ook HR 27 september 2005, NJ 2006, 473)
Overigens lijkt er niets in de weg te staan om ook een fiscaal delict als gronddelict voor witwassen te bezigen. Op het moment van het opstellen van deze Aanwijzing heeft de Hoge Raad zich nog niet hoeven te buigen over een strafzaak waarin dit voorkwam. In de lagere rechtspraak zijn al wel voorbeelden te vinden van strafzaken waarin veroordeling plaatsvond wegens onder meer het witwassen van gelden die door middel van het plegen van fiscale feiten waren gegenereerd (zie bijvoorbeeld Rb Amsterdam, 3 februari 2005; LJN nr. AT5766).

Jurisprudentie witwassen

Uit jurisprudentie zoals deze is ontwikkeld sinds de inwerkingtreding van de witwasartikelen, alsmede uit de jurisprudentie uit inzichten die zijn af te leiden uit jurisprudentie uit de periode dat de helingbepalingen artikel 416 en 417 Sr nog werden gebruikt om witwassen te vervolgen, lijken de volgende elementen te kunnen worden afgeleid die van belang zijn voor de bewijsvoering:

—Dat het voorwerp uit misdrijf afkomstig is, dient ten laste gelegd en bewezen te worden. Het misdrijf hoeft niet nader te worden aangeduid of omschreven; volstaan kan worden met de vermelding van het feit dat het voorwerp uit misdrijf afkomstig is. Niet vereist is dat de rechter identificeert welk misdrijf precies aan het voorwerp ten grondslag ligt. Vaak zal dit niet mogelijk zijn, terwijl het ook niet relevant is voor de strafwaardigheid van het witwassen (vgl. HR 28-09-2004 LJN: AP2124).

—Uit de bewijsmiddelen behoeft niet te kunnen worden afgeleid door wie, wanneer en waar het achterliggende misdrijf concreet is begaan (vgl. HR 28-09-2004 LJN: AP2124). Blijkens de conclusie van PG Fokkens bij voornoemd arrest heeft het Hof de mogelijkheid dat het geld ook legaal verkregen zou kunnen zijn als zo onwaarschijnlijk kunnen beschouwen dat het als bewezen heeft kunnen aannemen dat het geld van misdrijf(ven) afkomstig was. Alles wees er immers op dat het hier om geld ging waarvan het bestaan en de herkomst verborgen moesten blijven.

—Teneinde opzet- en gewoontewitwassen te bewijzen dient voorwaardelijke opzet aangetoond te worden omtrent de wetenschap van de verdachte dat het voorwerp van een misdrijf afkomstig is. Er kan dan ook gebruik gemaakt worden van de formulering dat de verdachte ‘bewust de aanmerkelijke kans aanvaardde’. Voor wat betreft schuldwitwassen is vereist: schuld ten aanzien van de omstandigheid dat het voorwerp van misdrijf afkomstig is. De verdachte heeft dit redelijkerwijs moeten vermoeden. Dit duidt volgens de Hoge Raad (HR 17 december 1985, NJ 1986, 428) op ‘grove of aanmerkelijke onvoorzichtigheid’.

—Volgens de Hoge Raad (vgl. HR 9 februari 1999; NJ 1999, 327) zijn de termen verwerven, voorhanden hebben en overdragen van voldoende feitelijke betekenis om niet nader omschreven te hoeven worden in de tenlastelegging van art. 416 WvSr. De termen verhullen, verbergen, omzetten en gebruiken zullen daarentegen wel nader omschreven dienen te worden.

—Het OM en de rechter kunnen voor het bewijs van witwassen gebruik maken van, zoals ze in internationaal verband worden genoemd ‘typologieën’ van witwassen[5.]. Hierbij gaat het om min of meer objectieve kenmerken die, naar de ervaring leert, duiden op het witwassen van opbrengsten van misdrijven. Door analyse van reeds afgedane zaken en casusvergelijkingen kunnen bepaalde typen van witwassen alsmede de bijbehorende kenmerken worden onderscheiden. In Nederland worden dergelijke typologieën door FIU.NL ontwikkeld. Ter illustratie zullen in de bijlage de typologieën die op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze aanwijzing actueel zijn, worden gevoegd.

Straffen voor witwassen

Een verdachte van witwassen krijgt meestal een geldboete of een werkstraf. De precieze straf is afhankelijk van de waarde van de geheelde goederen, en de vraag of de heling samen met anderen of alleen heeft plaatsgevonden. Er zit uiteraard ook verschil tussen opzettelijk witwassen, gewoontewitwassen, en schuldwitwassen. De straffen zijn vergelijkbaar met die voor heling:

Voor schuldwitwassen moet u rekening houden met de volgende straffen.

Waarde tot €    120,00…………………………………20 uur werkstraf
Waarde tot € 1.200,00…………………………………60 uur werkstraf
Waarde tot € 5.000,00……………………………….100 uur werkstraf

De straffen voor opzetwitwassen liggen iets hoger.

Wanneer het witwassen samen met een ander is gepleegd geldt een verhoging van 1/3. Bij eenmalige recidive geldt een verhoging van 50%. Bij meermalen recidive voor witwassen of soortgelijke zaken geldt een verhoging met 100%.

Voor gewoontewitwassen gelden veel hogere straffen. Daar beginnen de straffen bij 80 uur werkstraf in de lichtste gevallen, oplopend tot gevangenisstraf bij een hoge frequentie. 

Onschuldig

In alle gevallen dat u meent onschuldig te zijn, is het uitermate belangrijk dat u wordt bijgestaan door een goede advocaat. De advocaat kan samen met u op basis van het dossier kijken naar de mogelijkheden om een vrijspraak te bepleiten. Wellicht kunnen camerabeelden worden opgevraagd, getuigen worden gehoord, of andere onderzoeken plaatsvinden.

Wanneer u een strafbeschikking krijgt, en meent onschuldig te zijn, moet u de strafbeschikking niet betalen. Het is belangrijk dat u in dat geval binnen 14 dagen verzet instelt. Uw advocaat kan dat voor u doen.

Advocaat witwassen

Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een gespecialiseerde advocaat in witwaszaken.

Alle bij ons netwerk aangesloten advocaten werken ook op basis van pro deo (toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand), waarbij de kosten van rechtsbijstand grotendeels worden betaald door de Staat. Komt u niet in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan hanteren onze advocaten voor u een zeer scherp tarief van € 135,00. Alleen via ons bent u zeker van gespecialiseerde rechtsbijstand, tegen een betaalbaar tarief.

En bij vrijspraak, sepot of ontslag van rechtsvervolging krijgt u bovendien alle kosten van rechtsbijstand vergoed door de Staat. Wij kunnen dan voor u een verzoek indienen.


Huisvredebreuk/lokaalvredebreuk

Geplaatst op: 01 september 2013

Onder huisvredebreuk moet worden verstaan het wederrechtelijk binnendringen in een woning of wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet aanstonds verwijderen op vordering van een rechthebbende. 
Voor lokaalvredebreuk geldt hetzelfde, maar dan gaat het niet om een woning, maar om een besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, of een voor openbare dienst bestemd gebouw.   
  
In de praktijk zien we feiten als huisvredebreuk of lokaalvredebreuk met name bij zwervers die zich wederrechtelijk de toegang tot een pand of woning hebben verschaft om aldaar de nacht door te brengen. Het gaat dan om die feiten waarbij de verdachte niet het oogmerk had om zich eventueel in de woning of het pand zich bevindende goederen te stelen, of althans dat dit niet bewezen kan worden.

Wanneer u wel rechtmatig in de woning of het pand verblijft, maar dat u zich niet op vordering van de eigenaar aanstonds op vordering van de eigenaar verwijdert, kunt u zich ook schuldig maken aan huisvredebreuk of lokaalvredebreuk. Het bewijs hiervoor zal doorgaans geleverd moeten worden via getuigenverklaringen.

Een gespecialiseerde advocaat kan u adviseren of in uw situatie sprake is van huisvredebreuk of lokaalvredebreuk verweren eventueel gevoerd kunnen worden tegen de verdenking van huisvredebreuk/lokaalvredebreuk. Belangrijk dat u zich direct goed laat voorlichten over uw mogelijkheden door een gespecialiseerde advocaat strafrecht. Een advocaat kan u adviseren over wat u het beste kunt verklaren tijdens uw verhoor bij de politie. Ook kan de advocaat voor u de verklaringen (het proces-verbaal) opvragen bij het openbaar ministerie en, zal hij u ter terechtzitting bij de politierechter bijstaan.

In de meeste gevallen krijgt u voor huisvredebreuk/lokaalvredebeuk een strafbeschikking opgelegd. Wees erop bedacht dat u binnen 14 dagen verzet moet instellen tegen een strafbeschikking wanneer u het niet eens bent met de opgelegde straf. Ook voor het indienen van een verzetschrift kunt u contact opnemen met een gespecialiseerde advocaat uit ons netwerk.

Huisvredebreuk/lokaalvredebreuk in Wetboek van Strafrecht

Huisvredebreuk/lokaalvredebreuk is strafbaar gesteld in artikel 138 Wetboek van strafrecht (Sr.)., en is als volgt omschreven:

Artikel 138 Sr. – huisvredebreuk/lokaalvredebreuk

1.Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.           
2.Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die, zonder voorkennis van de rechthebbende en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen.   
3.Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.          
4.De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.             

Straffen voor huisvredebreuk/lokaalvredebreuk

Op huisvredebreuk/lokaalvredebreuk is een maximum gevangenisstraf van 1 jaar gesteld. In de praktijk wordt doorgaans slechts een geldboete opgelegd, of hoogstens een werkstraf.

Huisvredebreuk, waarbij een woning is binnengedrongen wordt doorgaans iets zwaarder bestraft dan lokaalvredebreuk, omdat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer groter is. De richtlijnen van het Openbaar Ministerie gaan uit van 8 basispunten, hetgeen gelijk staat aan een werkstraf van 16 uren. Indien er sprake is van strafverzwarende omstandigheden wordt valt de straf 8 uur hoger uit.

Is er sprake van braak of vernieling, dan kan een benadeelde partij eventeel ook schadevergoeding vorderen. Verwacht u dat een vordering tot schadevergoeding (kan) worden ingediend, dan is het belangrijk dat u wordt bijgestaan door een advocaat die tevens beschikt over de nodige kennis en ervaring met het aansprakelijkheidsrecht en het schadevergoedingsrecht. Onze advocaten zijn hierin mede gespecialiseerd.

Wanneer u een strafbeschikking krijgt, en meent onschuldig te zijn, moet u de strafbeschikking niet betalen. Het is belangrijk dat u in dat geval binnen 14 dagen verzet instelt. Uw advocaat kan dat voor u doen.

Onschuldig

In alle gevallen dat u meent onschuldig te zijn, is het uitermate belangrijk dat u wordt bijgestaan door een goede advocaat. De advocaat kan samen met u op basis van het dossier kijken naar de mogelijkheden om een vrijspraak te bepleiten. Hebt u een uitnodiging ontvangen om op het politiebureau een verklaring af te leggen, of verwacht u dat binnenkort de politie bij u op de stoep kan staan om u wegens vernieling aan te houden, neem dan zo spoedig mogelijk contact met ons op om uw verklaring ter goedkeuring aan een advocaat voor te leggen.

Bewijs huisvredebreuk/lokaalvredebreuk

Bij huisvredebreuk/lokaalvredebreuk zal het met name gaan om de vraag of er voldoende bewijs in het dossier zit waaruit volgt dat u zich schuldig hebt gemaakt aan een van deze feiten. Wanneer u door de politie in een woning wordt aangetroffen die u wederrechtelijk bent binnengedrongen, is het proces-verbaal van de politie vaak al voldoende bewijs.
In andere situaties moet er aanvullend bewijs liggen. Naast de aangifte, moet er ook een verklaring zijn van een getuige dat de woning of het lokaal wederrechtelijk bent binnengedrongen. Datzelfde geldt voor het geval u wordt verweten dat u niet op vordering van de eigenaar de woning of het lokaal hebt verlaten. Ook dan moet er naast de aangifte ook ondersteunend bewijs liggen om tot een bewezenverklaring te komen. Verwacht u dat dit ondersteunende bewijs er niet zal kunnen komen, dan kunt u het beste tijdens uw verhoor bij de politie een beroep doen op uw zwijgrecht om te voorkomen dat u bewijs tegen uw zelf creeert in de vorm van een bekennende of kennelijk leugenachtige verklarig. 

Wanneer het bewijs bestaat uit getuigenverklaringen, kan een advocaat zo nodig getuigen nader aan de tand voelen via een getuigenverhoor om zo de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de verklaringen te kunnen toetsen.  

Advocaat huisvredebreuk/lokaalvredebreuk

Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een gespecialiseerde advocaat in zaken over huisvredebreuk of lokaalvredebreuk.

Alle bij ons netwerk aangesloten advocaten werken ook op basis van pro deo (toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand), waarbij de kosten van rechtsbijstand grotendeels worden betaald door de Staat. Komt u niet in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan hanteren onze advocaten voor u een zeer scherp tarief van € 120,00. Alleen via ons bent u zeker van gespecialiseerde rechtsbijstand, tegen een betaalbaar tarief.

En bij vrijspraak, sepot of ontslag van rechtsvervolging krijgt u bovendien alle kosten van rechtsbijstand vergoed door de Staat. Wij kunnen dan voor u een verzoek indienen.


Vernieling

Geplaatst op: 01 september 2013

Bij vernieling gaat het erom dat u een goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, opzettelijk en wederrechtelijk, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt. Vernieling is een misdrijf en is strafbaar gesteld in artikel 350 Wetboek van Strafrecht (Sr.)

Het verschil tussen vernieling en het per ongeluk kapot maken zit in het woord “opzettelijk”. Alleen opzettelijke vernielingen, beschadigingen, etc. zijn strafbaar. Een van de belangrijkste verweren tegen een verdenking van vernieling is dan ook dat u het goed wel heeft kapot gemaakt, maar dat dit niet opzettelijk is gebeurd.

Of er sprake is van een strafbare vernieling is echt afhankelijk van de omstandigheden van het geval.  Een gespecialiseerde advocaat kan u adviseren of in uw situatie sprake is van vernieling en welke verweren eventueel gevoerd kunnen worden tegen de verdenking van vernieling. Het  is het belangrijk dat u zich direct goed laat voorlichten over uw mogelijkheden door een gespecialiseerde advocaat strafrecht. Een advocaat kan u adviseren over wat u het beste kunt verklaren tijdens uw verhoor bij de politie. Ook kan de advocaat voor u de verklaringen (het proces-verbaal) opvragen bij het openbaar ministerie en, zal hij u ter terechtzitting bij de politierechter bijstaan.

In de meeste gevallen krijgt u tegenwoordig voor vernieling een strafbeschikking opgelegd. Wees erop bedacht dat u binnen 14 dagen verzet moet instellen tegen een strafbeschikking wanneer u het niet eens bent met de opgelegde straf. Ook voor het indienen van een verzetschrift kunt u contact opnemen met een gespecialiseerde advocaat uit ons netwerk.

Vernieling in Wetboek van Strafrecht

Vernieling is strafbaar gesteld in artikel 350 Wetboek van strafrecht (Sr.). In dit artikel is vernieling als volgt omschreven:

Artikel 350 Sr – vernieling

Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie

Straffen voor vernieling

Op vernieling is een maximum gevangenisstraf van 2 jaar gesteld. In de praktijk wordt doorgaans slechts een geldboete opgelegd of, bij ernstige gevallen, met veel schade tot gevolg, dan wel bij recidive een werkstraf. Slechts zelden wordt daadwerkelijk een gevangenisstraf opgelegd.

Wel moet u er rekening mee houden dat bij een veroordeling u tevens verplicht kunt worden om de schade te vergoeden aan de benadeelde partij. In verband met deze vordering is het belangrijk dat u wordt bijgestaan door een advocaat die tevens beschikt over de nodige kennis en ervaring met het aansprakelijkheidsrecht en het schadevergoedingsrecht. Onze advocaten zijn hierin mede gespecialiseerd.

Wanneer u een strafbeschikking krijgt, en meent onschuldig te zijn, moet u de strafbeschikking niet betalen. Het is belangrijk dat u in dat geval binnen 14 dagen verzet instelt. Uw advocaat kan dat voor u doen.

Onschuldig

In alle gevallen dat u meent onschuldig te zijn, is het uitermate belangrijk dat u wordt bijgestaan door een goede advocaat. De advocaat kan samen met u op basis van het dossier kijken naar de mogelijkheden om een vrijspraak te bepleiten. Hebt u een uitnodiging ontvangen om op het politiebureau een verklaring af te leggen, of verwacht u dat binnenkort de politie bij u op de stoep kan staan om u wegens vernieling aan te houden, neem dan zo spoedig mogelijk contact met ons op om uw verklaring ter goedkeuring aan een advocaat voor te leggen.

Bewijs vernieling

Bij vernieling zal het met name gaan om de vraag of er voldoende bewijs in het dossier zit waaruit volgt dat de vernielingen echt door u zijn gepleegd. Voor een bewezenverklaring is minimaal vereist dat de aangifte wordt ondersteund door een andere verklaring van een getuige, of andersoortig bewijs. De advocaat kan zonodig uw standpunt onderbouwen door getuigen te horen, of andere onderzoeken te (laten) verrichten.

Indien uw verweer is dat u de vernielig, beschadiging, etc. niet opzettelijk hebt gepleegd, zal de officier van justitie het opzet moeten bewijzen. Het opzet kan uit de omstandigheden van het geval worden afgeleid, bijvoorbeeld op basis van verklaringen van getuigen over de wijze waarop de vernieling is gepleegd. Van opzet is al sprake wanneer u wellicht niet echt de bedoeling had om de vernieling te plegen, maar dat aangenomen op basis van de vastgestelde omstandigheden aangenomen kan worden dat u welbewust de aanmerkelijke kans hebt aanvaard dat een goed als gevolg van uw handelen beschadigd zou kunnen raken. Een voorbeeld is wanneer u steentjes gooit over een muur zonder dat u weet wat er aan de andere kant zit. Als daar aan de kant een geparkeerde auto beschadigd is geraakt door de steentjes, wordt gezegd dat u met uw handelen welbewust de aanmerkelijke kans daarop hebt aanvaard.

Politieverhoor vernieling

Wanneer u een uitnodiging hebt ontvangen voor een verhoor bij de politie, is het erg belangrijk dat u zich goed op dit politieverhoor voorbereidt. Wij adviseren u daarom ter voorbereiding op dit verhoor de informatiebrochure ‘vernieling’ te bestellen. In de informatiebrochure worden alle mogelijke verweren voor vernieling besproken en verder uitgelegd aan de hand van het wettelijk kader en de jurisprudentie. Na het lezen van de brochure weet u precies wat u wel en niet kunt verklaren wanneer u op verhoor bij politie moet verschijnen.

> Informatiebrochure vernieling

Advocaat vernieling

Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een gespecialiseerde advocaat in vernielingen.

Alle bij ons netwerk aangesloten advocaten werken ook op basis van pro deo (toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand), waarbij de kosten van rechtsbijstand grotendeels worden betaald door de Staat. Komt u niet in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan hanteren onze advocaten voor u een zeer scherp tarief van € 135,00. Alleen via ons bent u zeker van gespecialiseerde rechtsbijstand, tegen een betaalbaar tarief.

En bij vrijspraak, sepot of ontslag van rechtsvervolging krijgt u bovendien alle kosten van rechtsbijstand vergoed door de Staat. Wij kunnen dan voor u een verzoek indienen.


Opzetheling

Geplaatst op: 01 september 2013

Onder opzetheling wordt verstaan het verwerven, overdragen en voorhanden hebben van een goed, terwijl men wist dat het om een door een misdrijf verkregen goed betreft. Het kan dan gaan om een door diefstal, verduistering, oplichting, etc. verkregen goed. 

Heling wordt tot de vermogensdelicten gerekend, net als diefstal, verduistering, oplichting. In veel gevallen is er goed verweer te voeren tegen heling, maar van belang is dat  u een goede verklaring hebt  hoe u aan het goed bent gekomen. Dus niet het verhaal dat u de fiets van een toevallige voorbijganger hebt gekocht ergens bij een station, voor een bedrag van € 20,00. Wanneer u een goede, door de politie niet te weerleggen, verklaring hebt, is er een goede kans dat de heling niet bewezen kan worden, en dat u daarom moet worden vrijgesproken.

Wordt u verdacht van opzetheling, dan is het belangrijk dat u zich direct goed laat voorlichten over uw mogelijkheden door een gespecialiseerde advocaat strafrecht. De advocaat kan u ook ter terechtzitting bij de politierechter bijstaan.

Varianten van heling

De wet onderscheid drie varianten van heling, waarbij opzetheling de iets zwaardere variant is van schuldheling.

Bij opzetheling gaat het erom dat bewezen moet worden dat u bij wist dat het goed van een misdrijf afkomstig was. Meestal wordt opzetheling uit de verklaring van de verdachte afgeleid, bijv. als u zou verklaren dat u al het gevoel had dat er iets niet pluis was. Bij voorwaardelijk opzet, de lichtste variant van opzet, gaat het erom dat u op de koop hebt toegenomen dat het een van een misdrijf afkomstig goed zou betreffen.

Heling in de wet

Heling is strafbaar gesteld in de artikelen 416 Sr.

Artikel 416 – opzetheling

1. Als schuldig aan opzetheling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie:

a. hij die een goed verwerft, voorhanden heeft of overdraagt, dan wel een persoonlijk recht op of een zakelijk recht ten aanzien van een goed vestigt of overdraagt, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van het goed dan wel het vestigen van het recht wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof
b. hij die opzettelijk uit winstbejag een door misdrijf verkregen goed voorhanden heeft of overdraagt, dan wel een persoonlijk recht op of zakelijk recht ten aanzien van een door misdrijf verkregen goed overdraagt.

2.Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk uit de opbrengst van enig door misdrijf verkregen goed voordeel trekt. 

Straffen voor opzetheling

Een verdachte van heling krijgt meestal een geldboete of een werkstraf. De precieze straf is afhankelijk van de waarde van de geheelde goederen, en de vraag of de heling samen met anderen of alleen heeft plaatsgevonden. 

Voor opzetheling moet u ongeveer rekening houden met de volgende straffen.

Waarde tot €    120,00…………………………………30 uur werkstraf
Waarde tot € 1.200,00…………………………………80 uur werkstraf
Waarde tot € 5.000,00……………………………….120 uur werkstraf

Wanneer de hopzeteling samen met een ander is gepleegd geldt een verhoging van 1/3. Bij eenmalige recidive geldt een verhoging van 50%. Bij meermalen recidive voor heling of soortgelijke zaken geldt een verhoging met 100%. 

Onschuldig

In alle gevallen dat u meent onschuldig te zijn, is het uitermate belangrijk dat u wordt bijgestaan door een goede advocaat. De advocaat kan samen met u op basis van het dossier kijken naar de mogelijkheden om een vrijspraak te bepleiten. Wellicht kunnen camerabeelden worden opgevraagd, getuigen worden gehoord, of andere onderzoeken plaatsvinden.

Wanneer u een strafbeschikking krijgt, en meent onschuldig te zijn, moet u de strafbeschikking niet betalen. Het is belangrijk dat u in dat geval binnen 14 dagen verzet instelt. Uw advocaat kan dat voor u doen.

Advocaat opzetheling

Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een gespecialiseerde advocaat in helingszaken.

Alle bij ons netwerk aangesloten advocaten werken ook op basis van pro deo (toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand), waarbij de kosten van rechtsbijstand grotendeels worden betaald door de Staat. Komt u niet in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan hanteren onze advocaten voor u een zeer scherp tarief van € 135,00. Alleen via ons bent u zeker van gespecialiseerde rechtsbijstand, tegen een betaalbaar tarief.

En bij vrijspraak, sepot of ontslag van rechtsvervolging krijgt u bovendien alle kosten van rechtsbijstand vergoed door de Staat. Wij kunnen dan voor u een verzoek indienen.


Schuldheling

Geplaatst op: 01 september 2013

Onder schuldheling wordt verstaan het verwerven, overdragen en voorhanden hebben van een goed terwijl u rederlijkerwijs moest vermoeden dat het goed door een misdrijf is verkregen. Het kan dan gaan om een door diefstal, verduistering, oplichting, etc. verkregen goed. 

Heling wordt tot de vermogensdelicten gerekend, net als diefstal, verduistering, oplichting. In veel gevallen is er goed verweer te voeren tegen heling, maar van belang is dat  u een goede verklaring hebt  hoe u aan het goed bent gekomen. Dus niet het verhaal dat u de fiets van een toevallige voorbijganger hebt gekocht ergens bij een station, voor een bedrag van € 20,00. Wanneer u een goede, door de politie niet te weerleggen, verklaring hebt, is er een goede kans dat de heling niet bewezen kan worden, en dat u daarom moet worden vrijgesproken.

Wordt u verdacht van schuldheling, dan is het belangrijk dat u zich direct goed laat voorlichten over uw mogelijkheden door een gespecialiseerde advocaat strafrecht. De advocaat kan u ook ter terechtzitting bij de politierechter bijstaan.

Varianten van heling

De wet onderscheid drie varianten van heling, waarvan schuldheling de lichtste variant betreft. Daarboven komt opzetheling, waarvoor bewezen moet worden dat de verdachte wist dat het goed van een msdrijf afkomstig is, en daar weer ver boven komt gewoonteheling. Bij gewoonteheling gaat het erom dat van het helen van goederen een gewoonte is gemaakt.  

Schuldheling in de wet

Heling is strafbaar gesteld in de artikelen 417bis Sr. 

Artikel 417bis – schuldheling

1. Als schuldig aan schuldheling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vijfde categorie:

a. hij die een goed verwerft, voorhanden heeft of overdraagt, dan wel een persoonlijk recht op of zakelijk recht ten aanzien van een goed vestigt of overdraagt, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van het goed dan wel het vestigen van het recht redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
b. hij die uit winstbejag een goed voorhanden heeft of overdraagt dan wel een persoonlijk recht op of zakelijk recht ten aanzien van een goed overdraagt, terwijl hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betreft.

2.Met dezelfde straf wordt gestraft hij die uit de opbrengst van enig goed voordeel trekt, terwijl hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betreft.

Straffen voor schuldheling

Een verdachte van heling krijgt meestal een geldboete of een werkstraf. De precieze straf is afhankelijk van de waarde van de geheelde goederen, en de vraag of de heling samen met anderen of alleen heeft plaatsgevonden. Er zit uiteraard ook verschil tussen schuldheling, opzetheling en gewoonteheling.

Voor schuldheling moet u rekening houden met de volgende straffen.

Waarde tot €    120,00…………………………………20 uur werkstraf
Waarde tot € 1.200,00…………………………………60 uur werkstraf
Waarde tot € 5.000,00……………………………….100 uur werkstraf

Wanneer de heling samen met een ander is gepleegd geldt een verhoging van 1/3. Bij eenmalige recidive geldt een verhoging van 50%. Bij meermalen recidive voor heling of soortgelijke zaken geldt een verhoging met 100%.
 

Onschuldig

In alle gevallen dat u meent onschuldig te zijn, is het uitermate belangrijk dat u wordt bijgestaan door een goede advocaat. De advocaat kan samen met u op basis van het dossier kijken naar de mogelijkheden om een vrijspraak te bepleiten. Wellicht kunnen camerabeelden worden opgevraagd, getuigen worden gehoord, of andere onderzoeken plaatsvinden.

Wanneer u een strafbeschikking krijgt, en meent onschuldig te zijn, moet u de strafbeschikking niet betalen. Het is belangrijk dat u in dat geval binnen 14 dagen verzet instelt. Uw advocaat kan dat voor u doen.

Advocaat schuldheling

Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, brengen wij u in contact met een gespecialiseerde advocaat in helingszaken.

Alle bij ons netwerk aangesloten advocaten werken ook op basis van pro deo (toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand), waarbij de kosten van rechtsbijstand grotendeels worden betaald door de Staat. Komt u niet in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan hanteren onze advocaten voor u een zeer scherp tarief van € 135,00. Alleen via ons bent u zeker van gespecialiseerde rechtsbijstand, tegen een betaalbaar tarief.

En bij vrijspraak, sepot of ontslag van rechtsvervolging krijgt u bovendien alle kosten van rechtsbijstand vergoed door de Staat. Wij kunnen dan voor u een verzoek indienen.


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden