085-4865262 (dagelijks 8.00u - 22.00u)

Voorlopige hechtenis

De voorlopige hechtenis is de fase van het voorarrest vanaf de inbewaringstelling bij de rechter-commissaris.

Voorlopige hechtenis in de wet

De voorlopige hechtenis is in de wet geregeld in de artikelen 63 e.v. Sv.

-Eerste Boek. Algemeene bepalingen, Titel IV. Eenige bijzondere dwangmiddelen, Tweede afdeelin; Voorloopige hechtenis

§ 1. Bevelen tot voorloopige hechtenis

Artikel 63

1. De rechter-commissaris kan, op de vordering van den officier van justitie, een bevel tot bewaring van den verdachte verleenen. De officier van justitie geeft van de vordering onverwijld mondeling of schriftelijk kennis aan de raadsman.
2.Indien de rechter-commissaris reeds aanstonds van oordeel is dat voor het verleenen van zoodanig bevel geen grond bestaat, wijst hij de vordering af.
3.In het andere geval hoort hij, tenzij het voorafgaand verhoor van den verdachte niet kan worden afgewacht, alvorens te beslissen, dezen omtrent de vordering van den officier van justitie en kan hij te dien einde, zoo noodig onder bijvoeging van een bevel tot medebrenging, diens dagvaarding gelasten.
4.De verdachte is bevoegd zich bij het verhoor door een raadsman te doen bijstaan. De raadsman wordt bij het verhoor in de gelegenheid gesteld de nodige opmerkingen te maken.

Artikel 64

1. Het bevel tot bewaring is van kracht gedurende een door de rechter-commissaris te bepalen termijn van ten hoogste veertien dagen, welke ingaat op het ogenblik der tenuitvoerlegging.
2. Zodra de rechter-commissaris of de officier van justitie van oordeel is, dat de gronden zijn vervallen waarop het bevel tot bewaring is verleend, gelast hij de invrijheidstelling van de verdachte.
3. Tegen een beschikking van de rechter-commissaris tot invrijheidstelling van de verdachte op de voet van het tweede lid, staat voor de officier van justitie binnen veertien dagen daarna bij de rechtbank hoger beroep open.

Artikel 65

1. De rechtbank kan, op de vordering van de officier van justitie, de gevangenhouding bevelen van de verdachte die zich in bewaring bevindt. De verdachte wordt voorafgaand aan het bevel gehoord, tenzij hij schriftelijk heeft verklaard afstand te doen van het recht te worden gehoord. De rechtbank of de voorzitter kan, niettegenstaande een dergelijke verklaring, de medebrenging van de verdachte bevelen.
2. Behoudens het geval van   artikel 66a, eerste lid, kan de rechtbank, ambtshalve of op de vordering van de officier van justitie, na de aanvang van het onderzoek ter zitting de gevangenneming van de verdachte bevelen. Desgeraden hoort de rechtbank deze vooraf; zij is bevoegd te dien einde zijn dagvaarding te gelasten, zo nodig onder bijvoeging van een bevel tot medebrenging.
3. De rechtbank kan eveneens een bevel tot gevangenneming geven, indien dit nodig is om de uitlevering van de verdachte te verkrijgen.

Artikel 66

1. Het bevel tot gevangenneming of gevangenhouding is van kracht gedurende een door de rechtbank te bepalen termijn van ten hoogste negentig dagen, welke ingaat op het ogenblik der tenuitvoerlegging.
2. Wanneer het bevel is gegeven op de terechtzitting, dan wel binnen de krachtens het eerste lid bepaalde termijn het onderzoek is aangevangen, blijft het bevel van kracht totdat zestig dagen na de dag van de einduitspraak zijn verstreken.
3. De termijn gedurende welke het bevel van kracht is, kan door de rechtbank, op de vordering van de officier van justitie, vóór de aanvang van het onderzoek op de terechtzitting ten hoogste tweemaal worden verlengd, met dien verstande dat de duur van het bevel tot gevangenneming of gevangenhouding en de verlengingen daarvan tezamen een periode van negentig dagen niet te boven gaan. De verdachte wordt in de gelegenheid gesteld op de vordering te worden gehoord. In het geval de verdenking een terroristisch misdrijf betreft kan de duur van het bevel tot gevangenneming of gevangenhouding na negentig dagen gedurende ten hoogste twee jaren worden verlengd met periodes die een termijn van negentig dagen niet te boven gaan. De behandeling van een vordering tot verlenging vindt in dat geval in het openbaar plaats.
4. Op bevelen tot verlenging, overeenkomstig het voorgaande lid, zijn de eerste drie leden van dit artikel van overeenkomstige toepassing.

Voorlopige hechtenis – termijnen

De voorlopige hechtenis wordt opgelegd vanaf de voorgeleiding bij de rechter-commissaris. Wanneer de officier van justitie een vordering tot inbewaringstelling heeft gedaan, en deze vordering door de rechter-commissaris wordt toegewezen, kan de verdachte maximaal 14 dagen in voorlopige hechtenis worden gehouden.

Binnen deze termijn van 14 dagen moet de officier van justitie een vordering tot gevangenhoouding doen, indien hij wil dat de verdachte langer in voorlopige hechtenis blijft zitten. De gevangenhouding kan maximaal voor 90 dagen worden opgelegd. 

Gevallen voorlopige hechtenis

Voorlopige hechtenis mag alleen worden toegepast voor strafbare feiten waarop naar wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van 4 jaar of meer is gesteld. Daarnaast kan voorlopige hechtenis nog voor enkele specifiek in artikel 67 Sv. genoemde feiten worden opgelegd, zoals bedreging, belaging, mishandeling, vernieling, verduistering, heling.

Ernstige bezwaren voorlopige hechtenis

Voorwaarde voor de toepassing van voorlopige hechtenis is dat er ernstige bezwaren bestaan dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. De term ernstige bezwaren ziet op de ernst van de verdenking die er moet zijn. Bij aanhouding is hoogstens een redelijk vermoeden van schuld nodig. Dit betekent dat de politie op redelijke gronden iemand kon verdenken van het plegen of betrokkenheid bij een bepaald strafbaar feit. Voor de voorlopige hechtenis is vervolgens net iets meer verdenking nodig. Het gaat bij de ernstige bezwaren nog niet om echt harde bewijzen. Op basis van het dossier moet de rechter-commissaris het vermoeden hebben dat de verdachte zich schuldig gemaakt kan hebben aan de feiten die hem worden verweten. 
Pas bij de inhoudelijke behandeling van de strafzaak gaat het erom dat op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting er voldoende wettig en overtuigend bewijs is. Dan pas worden hoge eisen gesteld aan het bewijs. In de fase van de voorlopige hechtenis wordt betrokkenheid bij een bepaald strafbaar feit dus eerder aangenomen.

Gronden voorlopige hechtenis

Tot slot zijn er voor de toepassing van voorlopige hechtenis gronden aanwezig. Artikel 67a Sv. noemt de volgende gronden:

• Ernstig gevaar voor vlucht
• Feit waarop 12 jaar of meer maximum gevangenisstraf is gesteld en het tot maatschappelijke onrust zou leiden wanneer de verdachte in vrijheid zou worden gesteld
• Gevaar voor herhaling van een feit waarop 6 jaar of meer maximum gevangenisstraf staat, of een feit waardoor de gezondheid of veiligheid in gevaar kan worden gebracht of algemeen gevaar voor goederen kan ontstaan
• Eerdere veroordeling van minder dan 5 jaar geleden voor bedreiging, mishandeling, diefstal, verduistering, oplichting, vernieling, of heling
• Onderzoek dat de politie nog moet verrichten, dat mogelijk bij invrijheidstelling van de verdachte zou kunnen worden gefrustreerd of belemmerd

Iemand mag dus niet zomaar in voorlopige hechtenis worden gehouden. Het moet ofwel om ernstige feiten gaan, ofwel kan iemand worden vastgehouden omdat hij vaker soortgelijke feiten heeft gepleegd, of althans op basis van andere factoren (o.a. psychische gesteldheid) er een kans bestaat dat het feit opnieuw wordt gepleegd, of er bestaat een risico op belemmering of frustering van het onderzoek (bijv. door contact met getuigen).

Schorsingvan de voorlopige hechtenis

Wanneer de rechtbank besluit om voorlopige hechtenis op te leggen of de voorlopige hechtenis te verlengen, in de vorm van de inbewaringstelling en gevangenhouding, kan uw advocaat ook voor u de schorsing van de voorlopige hechtenis vragen. De rechter kan de voorlopige hechtenis schorsen wanneer uw persoonlijke belangen zwaarder worden gevonden dan het algemeen belang dat de maatschappij heeft bij langere vrijheidsbeneming. In de kern is de vraag of u voor schorsing in aanmerking komt altijd een afweging van de ernst van het feit, de omstandigheden van het geval, maar ook uw persoonlijke belangen, en in het bijzonder de negatieve gevolgen die een langere vrijheidsbenemning voor u zal hebbem. Wanneer u een verklaring hebt van een werkgever dat ontslag dreigt, of wanneer aangetoond kan worden dat u anders uw woning verliest of wegens andere zeer belangrijke omstandigheden in uw leven, vergroot dat de kans op een schorsing van de voorlopige hechtenis. 

Aan de schorsing kunnen ook voorwaarden worden verbonden zoals een straat- en contactverbod, meldingsplicht bij de politie, huisarrest, etc. De reclassering zal de rechter adviseren of u eventueel geschorst kunt worden onder bepaalde voorwaarden. De rechter zal eerder geneigd zijn om u vrij te laten, wanneer de reclassering dat adviseert.

Advocaat bij voorlopige hechtenis

Zodra een verdachte in voorlopie hechtenis wordt geplaatst, heeft hij recht op rechtsbijstand van een advocaat. Indien u nog geen eigen advocaat hebt, krijgt u een piketadvocaat toegewezen. Dat is de advocaat die die dag piket heeft. U kunt echter ook een advocaat van uw voorkeur (de voorkeursadvocaat) opgeven. Door de politie wordt vaak gezegd dat u die advocaat dan zelf moet betalen, maar dat is niet (altijd) waar. Wanneer u de auteur van dit artikel opgeeft als advocaat van uw voorkeur, bent u er zeker van dat u wordt bijgestaan door een gespecialiseerde strafrechtadvocaat met jarenlange ervaring.

 

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden