Inverzekeringstelling
De inverzekeringstelling is de beginfase van het voorarrest. Het volgt direct op de eerste fase, die van het ophouden voor het verhoor. De inverzekeringsteling wordt altijd ondergaan op het politiebureau.
Inverzekeringstelling in de wet
De inverzekeringstelling is geregeld in art. 57 Sv. Dit artikel luidt:
1.De officier van justitie of de hulpofficier voor wie de verdachte wordt geleid, of die zelf de verdachte heeft aangehouden, kan, na hem verhoord te hebben, bevelen dat hij tijdens het onderzoek ter beschikking van de justitie zal blijven en daarvoor op een in het bevel aangeduide plaats in verzekering zal worden gesteld. Inverzekeringstelling vindt plaats in het belang van het onderzoek, waaronder mede wordt verstaan het belang van het aan de verdachte in persoon uitreiken van mededelingen over de strafzaak.
2. De verdachte is bevoegd zich bij het verhoor door een raadsman te doen bijstaan. De raadsman wordt bij het verhoor in de gelegenheid gesteld de nodige opmerkingen te maken.
3. Van het verhoor wordt proces-verbaal opgemaakt door de officier of de hulpofficier die het bevel verleent. Dit proces-verbaal wordt bij de processtukken gevoegd.
4. De hulpofficier geeft van zijn bevel onverwijld kennis aan de officier van justitie.
5. Zodra het belang van het onderzoek dit toelaat, gelast de officier van justitie de invrijheidstelling van de verdachte. Indien het onderzoeksbelang nog slechts bestaat uit het uitreiken aan de verdachte in persoon van een mededeling over de strafzaak, wordt deze mededeling zo spoedig mogelijk uitgereikt en de verdachte daarna in vrijheid gesteld.
Inverzekeringstelling: in het belang van het onderzoek
Inverzekeringstelling vindt plaats in het belang van het onderzoek naar strafbare feiten waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Het belang van het onderzoek omvat
- het belang van het onderzoek naar de waarheid,
- het belang van het onderzoek, door zowel de officier van justitie als de rechter, naar de mogelijkheid en wenselijkheid een bevel tot voorlopige hechtenis te vorderen dan wel te geven (HR 31 oktober 2001, NJ 2001, 239) en
- het belang van het aan de verdachte in persoon uitreiken van mededelingen betreffende de strafzaak.
Als het onderzoeksbelang nog slechts bestaat uit het uitreiken aan de verdachte in persoon van een mededeling over de strafzaak (bijvoorbeeld een dagvaarding of een strafbeschikking), wordt deze mededeling zo spoedig mogelijk uitgereikt en de verdachte daarna in vrijheid gesteld (artikel 57 lid 5 Sv). De tekst noch de wetsgeschiedenis van artikel 57 Sv verzet zich ertegen dat de verdachte in verzekering wordt gesteld enkel met het oog op de uitreiking in persoon van mededelingen over de strafzaak. De uitreiking van mededelingen over de strafzaak moet zo spoedig mogelijk gebeuren.
Termijnen inverzekeringstelling
De maximale duur van de eerste termijn van de inverzekeringstelling bedraagt drie dagen (artikel 58 lid 2 Sv). Deze termijn mag eenmalig worden verlengd met 3 dagen, alleen wanneer dit dringend noodzakelijk is. Uitgangspunt is dat een verdachte na de eerste 3 dagen inverzekeringstelling in vrijheid wordt gesteld of wordt voorgeleid aan de rechter-commissaris waarbij de officier van justitie een vordering tot inbewaringstelling kan doen om de verdachte nog 14 dagen langer in voorarrest te kunnen houden
Voorgeleiding rechter-commissaris
In alle gevallen, ook bij een eventuele verlenging van de inverzekeringstelling, geldt dat de verdachte minimaal binnen een termijn van drie dagen en 15 uur, te rekenen vanaf het tijdstip van aanhouding, moet worden voorgeleid voor de rechter-commissaris, die de rechtmatigheid van de vrijheidsbeneming toetst (artikel 59a lid 1 Sv).
Tijdens de voorgeleiding bij de rechter-commissaris wordt de verdachte bijgestaan door een advocaat, die ook namens de verdachte invrijheidstelling kan vragen in verband met eventuele onrechtmatigheden bij de aanhouding of inverzekeringstelling, of bij onvoldoende verdenking jegens de verdachte.
Als de rechter-commissaris de inverzekeringstelling onrechtmatig bevindt, beveelt hij de onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte (artikel 59a lid 5 Sv). Tegen deze beschikking staat voor de officier van justitie binnen 14 dagen hoger beroep bij de rechtbank open (artikel 59c Sv).
In de meeste gevallen doet de officier van justitie gelijktijdig een vordering tot inbewaringstelling om het voorarrest met 14 dagen te kunnen verlengen. De vordering tot inbewaringstelling wordt direct in aansluiting op de rechtmatigheidstoetsing door de rechter-commissaris behandeld.
Advocaat bij inverzekeringstelling
Vanaf de inverzekeringstelling heeft iedere verdachte recht op rechtsbijstand van een advocaat. Indien u nog geen eigen advocaat hebt, krijgt u een piketadvocaat toegewezen. Dat is de advocaat die die dag piket heeft. U kunt echter ook een advocaat van uw voorkeur (de voorkeursadvocaat) opgeven. Door de politie wordt vaak gezegd dat u die advocaat dan zelf moet betalen, maar dat is niet (altijd) waar. Wanneer u de auteur van dit artikel opgeeft als advocaat van uw voorkeur, bent u er zeker van dat u wordt bijgestaan door een gespecialiseerde strafrechtadvocaat met jarenlange ervaring.