De procedure van het voorarrest verloopt in verschillende fasen waarbij telkens tussentijds door een rechter wordt getoetst of het voorarrest moet worden verlengd, of dat de verdachte in vrijheid gesteld kan worden.
Ophouden voor verhoor
Na aanhouding mag een verdachte maximaal 6 uur worden opgehouden voor verhoor (om een verklaring af te leggen). De tijd tussen 0.00u en 9.00u telt hierbij echter niet mee, zodat de duur van het ophouden maximaal kan oplopen tot 15 uur.
Binnen deze termijn moet de verdachte ofwel in verzekering zijn gesteld, indien de politie nog nader onderzoek moet doen, of worden heengezonden.
Inverzekeringstelling
De verzekeringstelling kan maximaal drie dagen duren. In uitzonderlijke gevallen kan de officier van justitie de termijn van de inverzekeringstelling met drie dagen verlengen. Dit gebeurt dan vaak alleen wanneer men eigenlijk te weinig bewijs heeft om de verdachte nog 14 dagen in bewaring te laten stellen door de rechter-commissaris of om het mogelijk dat de verdachte nog in het weekend vast blijft zitten voor nadere verhoren, wanneer de verdachte bijvoorbeeld op een woensdag of donderdag is aangehouden.
Rechter-commissaris – bewaring
De wet schrijft voor dat een verdachte binnen 3 dagen en 15 uur moet worden voorgeleid bij de rechter-commissaris. Deze toetst of de inverzekeringstelling rechtmatig is geweest, maar hij zal – indien de officier van justitie daarom heeft gevraagd – ook beoordelen of de verdachte nog langer in voorarrest moet blijven. De rechter-commissaris kan bevelen dat de verdachte voor maximaal 14 dagen in bewaring wordt gesteld.
De rechter-commissaris beoordeelt allereerst of er ernstige bezwaren bestaan voor de feiten waarvan de verdachte wordt beschuldigd. Wat precies onder ernstige bezwaren moet worden verstaan, is niet uitgewerkt in de wet of in de jurisprudentie. Er moet meer verdenking bestaan dan een redelijke vermoeden dat de verdachte het feit heeft gepleegd, maar er is geen wettig en overtuigend bewijs vereist. Dat is pas vereist wanneer de zaak later inhoudelijk wordt behandeld door de rechter.
Naast ernstige bezwaren moeten er ook gronden zijn voor het langer voortduren van het voorarrest. Het gaat om de volgende gronden:
- Ernstig gevaar voor vlucht
- Feit waarop 12 jaar of meer maximum gevangenisstraf is gesteld en het tot maatschappelijke onrust zou leiden wanneer de verdachte in vrijheid zou worden gesteld
- Gevaar voor herhaling van een feit waarop 6 jaar of meer maximum gevangenisstraf staat, of een feit waardoor de gezondheid of veiligheid in gevaar kan worden gebracht of algemeen gevaar voor goederen kan ontstaan
- Eerdere veroordeling van minder dan 5 jaar geleden voor bedreiging, mishandeling, diefstal, verduistering, oplichting, vernieling, of heling
- Onderzoek dat de politie nog moet verrichten, dat mogelijk bij invrijheidstelling van de verdachte zou kunnen worden gefrustreerd of belemmerd
De bewaring wordt ondergaan in een Huis van Bewaring. Dit is een gevangenis waar onder andere verdachten die in voorarrest zitten worden geplaatst. In uitzonderlijke gevallen kan de bewaring bij jeugdigen ook thuis worden ondergaan.
Schorsing van de voorlopige hechtenis
Wanneer de rechter-commissaris de bewaring voor 14 dagen verleent, kan hij deze onmiddellijk of op een later tijdstip schorsen. Schorsing vindt veelal plaats vanwege de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, bijvoorbeeld wanneer de verdachte werk of een eigen onderneming heeft of naar school moet.
Aan de schorsing kunnen ook voorwaarden worden verbonden zoals een straat- en contactverbod, meldingsplicht bij de politie, huisarrest, etc.
Raadkamer – gevangenhouding
Binnen de 14 dagen van de bewaring moet de voorlopige hechtenis opnieuw worden getoetst door de raadkamer van de rechtbank indien de officier van justitie de verdachte langer wil vasthouden. Beoordeeld wordt wederom of er nog voldoende ernstige bezwaren bestaan voor het langer voortduren van het voorarrest. Hoe langer het voorarrest duurt, des de zwaarder worden de eisen die aan verdenking gesteld worden.
Naast de ernstige bezwaren moeten verder ook nog gronden aanwezig zijn voor voorlopige hechtenis. Ook nu kan de advocaat een verzoek doen om de voorlopige hechtenis te schorsen wegens de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De rechtbank kan de gevangenhouding direct voor 90 dagen bepalen, maar kan ook telkens het voorarrest voor 30 of 60 dagen verlengen.
Op ieder moment van deze procedure heeft de verdachte het recht op bijstand door een advocaat. Vaak wordt er standaard een piketadvocaat aan de verdachte toegewezen, maar deze advocaat is niet altijd gespecialiseerd in het strafrecht. Daarom adviseren wij altijd om een gespecialiseerde advocaat in te schakelen zodat de verdachte de optimale rechtsbijstand krijgt tijdens het voorarrest, en waardoor de kansen op invrijheidstelling groter worden.
Het is mogelijk voor een verdachte om tussentijds van advocaat te veranderen. Een minderjarige verdachte kan dit via zijn ouders doen, die een andere advocaat kunnen benaderen om de zaak over te nemen van de (piket)advocaat, en meerderjarige verdachten kunnen zelf contact opnemen met de nieuwe advocaat. Indien u gebruik wilt maken van een advocaat uit ons netwerk kunt u uw zaak aanmelden, waarna u doorverwijzen naar een gespecialiseerde strafrechtadvocaat. De meerderjarige verdachte dient vervolgens aan de huidige advocaat door te geven dat hij wil dat een andere advocaat de zaak overneemt.